Wat betekent nog niet droog achter de oren zijn en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Wie nog niet droog achter de oren is, is jong en onervaren. Varianten van deze uitdrukking zijn nog nat achter de oren zijn en nog groen achter de oren zijn. Deze uitdrukkingen worden vaak een beetje spottend en neerbuigend gebruikt om een jonge mensen te laten weten dat ze nog maar groentjes zijn en dus nog niet zoveel weten of kunnen - en dus maar beter hun mond kunnen houden. De term groentje is trouwens ontstaan doordat een jonge persoon werd vergeleken met de fris-groene kleur van jonge gewassen of met onrijp fruit. Al in het Nederlands van de Middeleeuwen had groen ook de betekenissen ‘onervaren, onnozel’.
Nog niet droog achter de oren zijn had oorspronkelijk betrekking op pasgeboren kinderen. Baby’s komen vochtig van het vruchtwater ter wereld. De huid die niet rechtstreeks in contact komt met de buitenlucht en met de doeken waarin de baby wordt gewikkeld, droogt het laatst op. Dat gebeurt dus ook met de huid achter de oren. Misschien bleef die huid ook wel zo opvallend lang vochtig doordat pasgeboren kinderen meteen een mutsje op kregen. Als iemands mening of opmerking wordt afgedaan met ‘Ach, jij bent nog niet droog achter de oren’, is dat dus eigenlijk een manier om te zeggen: jij bent nog maar een baby, wat weet jij er nou van?
Nog niet droog achter de oren zijn komt al lang voor in het Nederlands. De schrijver Bredero gebruikte de uitdrukking al in 1612, in het toneelstuk De klucht van de koe: “Maer of deuse knecht al drooch after syn ooren is.”
In het Duits kwam de uitdrukking ook al in de zeventiende eeuw voor: noch nicht trocken hinter den Ohren sein, noch feucht hinter den Ohren sein en noch grün hinter den Ohren sein. Sommige Duitse spreekwoordenboeken verklaren de oorsprong door naar pasgeboren dieren te verwijzen, zoals kalfjes of lammetjes, die door hun moeder worden droog gelikt. Daarbij zouden de oren dan het laatst aan de beurt zijn. Het Engels kent de uitdrukking ook, als wet behind the ears.
Bronnen:
- F.A. Stoett
- Woordenboek der Nederlandsche Taal (onder betekenis 3)
- Carolus Tuinman (p. 272)
- Grammarphobia
- De klucht van de koe, G.A. Bredero
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!