Wat betekent naar Canossa gaan en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Naar Canossa gaan betekent ‘het hoofd in de schoot leggen, zich onderwerpen, openlijk schuld bekennen’. Canossa is de naam van een voormalige burcht die op een rots was gebouwd in de plaats Reggio nell’ Emilia in Italië.
Voor de verklaring van de uitdrukking moeten we terug naar de elfde eeuw. De Duitse keizer Hendrik IV (keizer van 1056 tot 1106) begon in 1073 een strijd met paus Gregorius VII over het recht om hoge geestelijken, zoals bisschoppen en abten, met hun ambt te bekleden (de zogeheten Investituurstrijd). In 1076 liet Hendrik IV de paus afzetten, die hem vervolgens in de ban deed. Om van de ban te worden ontheven moest Hendrik vergiffenis vragen aan Gregorius. Op het moment dat Hendrik dat wilde doen, op 25 januari 1077, verbleef de paus in de burcht Canossa. Hendrik vroeg om vergeving zoals dat volgens de regels moest: hij verscheen op drie achtereenvolgende dagen in boetekleed en blootsvoets voor de poort van Canossa. Dit was natuurlijk een vernedering voor hem, maar de paus móést hem vervolgens wel van de ban ontslaan. In feite was het dus een overwinning voor keizer Hendrik.
Vele eeuwen later verwees de Duitse staatsman Bismarck naar dit oude verhaal. Tijdens de Kulturkampf (net als de Investituurstrijd een strijd tussen kerk en staat) zei hij in de Rijksdagzitting van 14 mei 1872: “Nach Canossa gehen wir nicht.” In deze uitspraak stelde hij naar Canossa gaan gelijk met ‘zich onderwerpen’. De uitspraak van Bismarck is een gevleugeld woord geworden. Er bestaat ook een variant van: de gang naar Canossa maken, dat ‘publiekelijk boete doen’ betekent.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!