Waar komt de uitdrukking 'Dat komt voor de bakker' vandaan en wat wordt ermee bedoeld?
'Dat komt voor de bakker' betekent: 'het komt in orde'. Varianten zijn: 'Komt voor de bakker', 'Voor de bakker!' en 'Het is voor de bakker' ('het is gelukt, het is in orde').
In het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) staat dat deze uitdrukking misschien herinnert aan vroeger tijden, toen men dikwijls zelf deeg kneedde en het naar de bakker bracht om het te laten bakken. Als het deeg 'voor de bakker' was, was het belangrijkste werk dus al gedaan.
In 1930 speelde er een revue met de titel 't Is voor de bakker, waarin Fien de la Mar en Louis Davids een rol hadden. Wellicht heeft deze revue bijgedragen aan de populariteit van 'Dat komt/het is voor de bakker.' Van Dale neemt de zegswijze voor het eerst op in de zevende druk (1950), maar de uitdrukking kwam toen in elk geval al zo'n veertig jaar voor.
Er zijn nog meer zegswijzen waarin een bakker voorkomt.
- Als in een brood grote gaten zitten doordat het deeg te sterk gegist is, werd vroeger wel gezegd: 'Daar heeft de bakker zijn wijf door gejaagd.'
- Wie nooit tevreden was, werd voorgehouden: 'De bakker die liever-koekjes bakt, is dood.'
- 'Beter naar de bakker dan naar de apotheker' is een aansporing om goed te eten.
- Marc De Coster vermeldt in zijn Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans (2002) dat dieven 'De bakker!' riepen om elkaar te waarschuwen als de politie eraan kwam. Ze zeiden dat dan met precies dezelfde intonatie als waarmee de echte bakker zijn komst in het trapportaal aankondigde.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!