Waar komt de uitdrukking in de bonen zijn vandaan en wat wordt ermee bedoeld?
In de bonen zijn betekent ‘in de war zijn, er niet bij zijn met je gedachten, je vergissen’.
Deze uitdrukking gaat terug op een oud bijgeloof. Vroeger geloofde men namelijk dat de zware geur van bloeiende tuinbonen (ook wel roomse of grote bonen genoemd) een hallucinerende werking had. Als je tussen de bonen in slaap viel, kon je zelfs krankzinnig worden. Ook F.A. Stoett vermeldt dat de geur van bloeiende bonen ertoe kon leiden dat iemand bedwelmd raakte en daardoor raar ging doen. Overigens zijn sommige mensen echt zeer gevoelig voor deze geur; ze kunnen er onwel door raken. Er is zelfs een term voor: favisme. Mensen die lijden aan favisme hebben een tekort aan een bepaald enzym in hun bloed. Daardoor zijn ze overgevoelig voor de geur van bloeiende tuinbonen.
Het Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft nog meer uitdrukkingen die teruggaan op dit volksgeloof: ‘Als de bonen bloeien, de zotten groeien’, ‘Hij heeft de bonen in het hoofd’, ‘De bonen bloeien’ (oftewel: ‘het is nu de gekkentijd’), ‘In de bonen lopen, raken, wonen’, ‘Loop in de bonen!’ (‘loop naar de maan’).
Later werd de uitdrukking ook wel uitgebreid tot ‘Hij is in de bonen en plukt erwten’, maar deze variant komt weinig voor.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!