Wat betekent iemand op zijn falie geven en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als je een ander op zijn falie geeft, betekent dat meestal dat je die persoon een standje geeft: je laat duidelijk merken dat je ergens boos over bent. Het kan ook betekenen dat je die ander een pak slaag geeft.
Een falie was een zwarte doek die vrouwen over het hoofd of om de schouders droegen. Het kledingstuk werd tot in de negentiende eeuw vaak gedragen. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal geeft een citaat uit de Camera Obscura van Nicolaas Beets: “Gij moest haar naar de kerk hebben zien gaan, met de breede zwarte falie, eerst hangende over de schouders … en dan, bij ’t ingaan van de deur, over ’t hoofd.” Iemand op zijn falie geven betekende letterlijk: ‘iemand klappen geven op zijn hoofd en bovenlijf’. Later kreeg het ook de figuurlijke betekenis ‘iemand een uitbrander geven’.
De herkomst van het woord falie in de betekenis ‘doek’ is onduidelijk. Misschien is er een verband met het Oudfranse faille, een benaming voor een vierkante doek die over het hoofd werd gedrapeerd.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!