Waar komt iemand (de) hoorns opzetten vandaan?
Iemand de hoorns opzetten betekent volgens Van Dale (2005) 'hem ontrouw zijn' of 'zijn vrouw verleiden'. Deze zegswijze duidt dus aan dat een man bedrogen wordt door zijn vrouw (en haar minnaar). Zo'n man werd ook wel hoorndrager genoemd. Het Franse woord cocu is volgens Van Dale een synoniem van hoorndrager. Cocu is een variant van het Franse coucou, dat 'koekoek' betekent.
De herkomst van iemand (de) hoorns opzetten is volgens de meeste naslagwerken niet duidelijk. Het Etymologisch Woordenboek van Van Dale (1997) vermeldt bij hoorndrager: "De uitdrukking schijnt te zijn ontstaan in de tijd dat men een kapoen [= 'gecastreerde haan'] de sporen afsneed en in de kam plantte, waar ze als hoorntjes doorgroeiden en de kapoen kenmerkten." Ook het Woordenboek der Nederlandsche Taal maakt er melding van dat deze dierenmishandeling in verband kan staan met iemand (de) hoorns opzetten. Waarom de bedrogen echtgenoot met een gecastreerde haan wordt vergeleken, wordt niet duidelijk; vermoedelijk werd gecastreerd in verband gebracht met 'niet mans genoeg, zwak, slap'.
Wat tegen deze verklaring pleit, is het voorkomen van cornard in het Frans en cornuto in het Italiaans, die eveneens 'bedrogen echtgenoot' betekenen. Dat wijst op een verband met cornu, Latijn voor 'hoorn'. Het Etymologisch Woordenboek van J. de Vries en F. de Tollenaere vermeldt bij hoorndrager: "in alle talen gebruikelijk en teruggaand op een Griekse uitdrukking kerata tini poiein ('iemand horens opzetten'), die in de tweede eeuw na Christus door Artemidorus voor het eerst vermeld wordt". F.A. Stoett geeft deze Griekse uitdrukking ook, maar concludeert dat de herkomst van de Nederlandse zegswijze iemand (de) hoorns opzetten onopgehelderd blijft.
In de Digitale Bibliotheek der Nederlandse Letteren (DBNL) staat een cultureel-historisch artikel over overspel in de zeventiende eeuw. Hierin wordt onder meer opgemerkt dat in sommige talen bok en hoorndrager door elkaar worden gebruikt. De bok stond in sommige gemeenschappen voor een sufferd, terwijl de ram voor 'een echte man' stond. Dit houdt misschien verband met het feit dat een bok (anders dan een ram) ook andere mannetjes bij 'zijn' wijfjes toelaat. Zo bezien is de bok niet alleen in letterlijke, maar ook in figuurlijke zin een hoorndrager; zijn wijfjes 'bedriegen' hem met een ander.
Het WNT geeft overigens als synoniem van iemand (de) hoorns opzetten het werkwoord vulcaniseren, "met zinspeling op hetgeen Venus, de gemalin van Vulcanus, zich met den krijgsgod Mars veroorloofde". Volgens de verhalen uit de Romeinse mythologie pleegde Venus overspel met Mars, tot grote woede van haar man Vulcanus. Van Dale vermeldt vulkaniseren nog steeds in deze betekenis.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!