Wat betekent Holland op z’n smalst en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Holland op z’n smalst is een uitdrukking voor de slechte eigenschappen van ‘Hollanders’. Meestal is het een spottende uitroep, die duidt op de bekrompenheid, kleinzieligheid of zuinigheid van Nederlanders.
De uitdrukking verwijst eigenlijk naar het stuk land tussen de Noordzee en het IJ in Noord-Holland. Dat werd ‘Holland op zijn smalst’ genoemd, omdat Noord-Holland daar letterlijk op z’n smalst was: het was er maar zo’n zeven kilometer breed. In 1883 werd het IJ ingepolderd. Het gebied waar Holland letterlijk op z’n smalst is, ligt nu een stuk noordelijker.
Holland op z’n smalst is volgens het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale (2006) waarschijnlijk de aanduiding voor een bekrompen houding geworden door een artikel van jonkheer Victor de Stuers dat in 1873 in De Gids verscheen. De titel was: ‘Holland op zijn smalst’. De Stuers had in het artikel onder andere kritiek op de verwaarlozing en de uitverkoop van het nationaal kunstbezit door de Nederlandse overheid. Maar Multatuli gebruikte Holland op z’n smalst ook al in een van zijn Ideën-bundels, die rond 1865 verscheen. Het is dus mogelijk dat Stuers ook hiernaar verwees.
Ook Holland op z’n breedst komt voor. Dat betekent ‘Nederland op zijn mooist, op zijn best’.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!