Waar komt het heen-en-weer van iets krijgen vandaan en wat betekent het?
Als je ergens het heen-en-weer van krijgt, word je er zenuwachtig van of wekt het je ergernis: je vindt het een vervelend gedoe. Bijvoorbeeld: ‘Ik krijg het heen-en-weer van zijn besluiteloosheid’ of ‘Ik krijg het heen-en-weer van dat keffende hondje van de buren.’
Het heen-en-weer van iets krijgen is nog niet zo oud: Van Dale neemt deze uitdrukking voor het eerst op in zijn achtste druk (1961). Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt bij heen en weer dat met “heen en weer loopen” bedoeld kan zijn “uit verveling, ongeduld, tot tijdverdrijf enz. nu in de eene, dan in de andere richting gaan” en vandaar ook “ongestadig, onrustig, zonder doel of orde nu den eenen, dan den anderen kant uit; nu hier, dan daarheen [gaan], in alle richtingen [gaan]”. Het is voorstelbaar dat het heen-en-weer van iets krijgen in de betekenis ‘onrustig/zenuwachtig van iets worden’ uit deze laatste betekenis is voortgekomen.
De verwensing ‘Krijg het heen-en-weer!’ is nog jonger: die staat pas vanaf 1992 in Van Dale (twaalfde druk). Marc De Coster vermoedt in zijn Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichés, kreten en slogans (2002) dat met het heen-en-weer een fictieve kwaal wordt bedoeld. In plaats van een echte kwaal of ziekte (‘Krijg het apelazarus’, ‘Krijg de bibberkoorts’, ‘Krijg de hik!’, ‘Krijg de pleuris’, enz.)’ wordt de ander het tamelijk nietszeggende ‘heen-en-weer’ toegewenst. Misschien is het ook wel eufemistisch (verbloemend, verzachtend) bedoeld.
Op (onder meer) de website van School-tv staat een op het eerste gezicht erg aantrekkelijke alternatieve herkomst van het heen-en-weer krijgen: “De uitdrukking het heen-en-weer krijgen stamt uit de Middeleeuwen. Bij de open haard stond de ‘heen-en-weer-bank’. Deze bank had een leuning die heen en weer geklapt kan worden. Zo kon men kiezen of men met de rug naar het vuur toe wilde zitten of juist andersom. Werd de ene kant te warm, dan werd de leuning omgeklapt om de andere te verwarmen. En zo ging dat steeds heen en weer. Totdat je er het heen-en-weer van kreeg.” Deze uitleg kan echter niet op waarheid berusten. Het WNT (dat ruwweg de taal van de 16e tot en met de 19e eeuw bestrijkt), zou er dan toch iets over moeten zeggen. Bovendien is het-heen-en-weer krijgen een veel te jonge uitdrukking om een middeleeuwse herkomst enigszins aannemelijk te maken.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!