Wat betekent goed van de tongriem gesneden zijn en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Wie goed van de tongriem gesneden is, is niet op zijn mondje gevallen: hij/zij is welbespraakt en ad rem.
De tongriem is het vlies waarmee de tong vastzit aan de onderkant van de mond. Soms is de tongriem te kort en loopt hij tot dicht bij de tongpunt door. De tong is dan te weinig beweeglijk. Dat kan bij baby’s leiden tot problemen bij het drinken en later bij het praten. Dan kan het nodig zijn de tongriem in te knippen (‘te snijden’). Dit wordt al eeuwenlang gedaan. Kinderen waarbij dit goed wordt uitgevoerd, hebben later geen problemen met spreken. Zo kon de uitdrukking goed van de tongriem gesneden zijn ontstaan. Carolus Tuinman schreef in zijn spreekwoordenboek uit 1725: “Van ymand die wel klappen [= goed praten] kan, zegt men, Hy is op zyn mond niet gevallen, en, Hy is wel van de tongriem gesneden (...).”
In het Woordenboek der Nederlandsche Taal staat de variant licht van den tongriem gesneden zijn, met de betekenis “bedreven zijn in het spreken van vuile of liederlijke taal”.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!