Wat betekent geen zier en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Geen zier betekent ‘helemaal niet’, ‘helemaal niets’. Als je bijvoorbeeld zegt dat iets je geen zier interesseert, bedoel je dus dat het je helemaal niet (nog niet een klein beetje) interesseert.
Zier betekent in de uitdrukking ‘kleine hoeveelheid, een beetje’. Oorspronkelijk betekende het ‘klein insect, mijt’. De precieze herkomst van zier is helaas niet bekend. Het Oudhoogduits kende wel het woord siuro voor ‘klein diertje, insect’ en in het middeleeuws Latijn bestond siro voor ‘wormpje’ (hieruit is het Franse ciron, ‘mijt’, ontstaan). Of er een verband is tussen deze woorden en zier, is echter niet duidelijk.
Er zijn veel meer combinaties van geen en een ander woord, die samen ‘helemaal niet, helemaal geen’ betekenen. De bekendste zijn: geen bal, geen barst, geen biet, geen bliksem, geen donder, geen drol, geen flikker, geen fluit, geen fuck, geen greintje (‘geen korreltje’), geen hol (‘geen reet’), geen hout, geen klap, geen kloot, geen kloten, geen knal, geen knijt (‘geen kriebelmugje’), geen kont, geen korrel, geen kruimel, geen kut, geen lor (‘geen vod’), geen mallemoer (‘geen overbezorgde moeder’), geen moer (‘geen moeder’), geen pest, geen priemel (‘geen vezel’), geen reet, geen ruk, geen sikkepit (‘geen geitenkeutel’), geen sjiek (‘geen stukje pruimtabak’), geen snars (‘geen slok’), geen sodemieter, geen spat, geen splinter, geen steek, geen zak.
Wat op geen volgt, is ófwel klein en van weinig waarde, ófwel een onwelvoeglijk of (ooit) gewaagd woord.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!