Wat betekent geen cent te makken hebben en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als je geen cent te makken hebt, heb je helemaal geen geld, je bent hartstikke blut.
Deze uitdrukking is waarschijnlijk een verbastering van de Bargoense uitdrukking ’n cent ’n makke. Het Bargoens was de geheimtaal van dieven, landlopers en rondtrekkende handelaren. Het bevat veel Jiddische en daardoor ook Hebreeuwse elementen. ’n Cent ’n makke is vermoedelijk oorspronkelijk een soort zelfvervloeking van de koopman (of de koper): ‘bij elke cent die ik er minder voor krijg (of als koper: bij elke cent die ik er meer voor moet betalen) mag ik een makke krijgen’. Makke is eigenlijk het Hebreeuwse woord makka, dat ‘klap, slag’ en ‘gebrek, kwaal, plaag’ betekende. Later werd ’n cent ’n makke verbasterd tot geen cent te makken.
Een variant is niks te makken hebben. Dat kan ook ‘geen geld hebben’ betekenen, maar ook ‘geen invloed hebben, niets in te brengen hebben’.
Eén cent per plaag!
Sommigen zien een direct verband tussen ’n cent ’n makke en de seideravond, de vooravond van het joodse paasfeest. Tijdens het feestelijke diner op die avond hoorde de vader van het gezin het verhaal te vertellen van de uittocht van de Joden uit Egypte. Om de vaders hierbij te helpen waren er in de week voor Pasen boekjes verkrijgbaar waarin die geschiedenis, de hagada (ook wel hagode), werd verteld. Een belangrijk deel van dit verhaal waren ‘de tien plagen van Egypte’. Zo’n boekje kostte tien cent. In Jerosche; Jiddische spreekwoorden en zegswijzen uit het Nederlandse taalgebied schrijft H. Beem dat Joodse marktkooplui deze ‘hagodes’ aan de man brachten met de kreet: “Een cent, een makke!” Ze maakten hiermee een toespeling op de tien plagen die in het boekje werden beschreven: ‘Maar één cent per plaag!’
Makan
Je leest weleens een andere verklaring van de herkomst van geen cent te makken. Die verklaring is dat makken van het Indonesische makan komt. Makan betekent ‘eten’. Geen cent te makken zou dan oorspronkelijk betekenen ‘geen cent hebben om eten te kopen’. Wat tegen deze verklaring spreekt, is dat makke in het Nederlands als oudste betekenis ‘slaag’ had, dezelfde betekenis als in het Hebreeuws. Het is het aannemelijkst dat de betekenis van makke zich van hieruit heeft ontwikkeld. De bronnen waarin makke wordt besproken, verwijzen allemaal naar Amsterdam en/of het Bargoens. Er zijn geen aanwijzingen dat alleen in geen cent te makken de betekenis van makken terug zou gaan op het Indonesisch.
De makke van het plan
Je komt makke ook weleens tegen in ‘De makke van het plan zijn de financiën’ en ‘Ondanks zijn makke werkte hij gewoon door.’ Daarin betekent makke ‘zwakke plek, bezwaar’ respectievelijk ‘gebrek, kwaal’. Het meervoud is makkes: ‘Ondanks haar makkes is mijn oma nog helemaal bij de tijd.’
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!