Wat betekent ergens lak aan hebben en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als je ergens lak aan hebt, trekt je je er niets van aan. ‘Ik heb lak aan hun kritiek’ betekent dus: het kan me niet schelen wat zij aan te merken hebben.
Lak is volgens het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands (EWN) vermoedelijk hetzelfde lak als in bijvoorbeeld autolak en nagellak (‘verfstof die je gebruikt als afdeklaag’). Het werd vroeger al figuurlijk gebruikt, maar dan in de betekenis ‘schone schijn, opsmuk, iets zonder wezenlijke inhoud’. In het Woordenboek der Nederlandsche Taal komt het volgende citaat uit 1851 voor: “ik acht uws vaders gramschap enkel lak”. Dat betekent: ‘voor mij heeft uw vaders boosheid niets te betekenen’. F.A. Stoett vermeldt de uitdrukking ‘Het is maar lak’, met de betekenis ‘het is maar een laagje vernis’, en dus: ‘het is maar gekheid, bedrog, fopperij, larie’. Waarschijnlijk heeft de figuurlijke betekenis van lak (‘niets waard, onzin’) in ergens lak aan hebben geleid tot de betekenis ‘het onzin vinden’ en vandaar: ‘ergens onverschillig tegenover staan’.
Ergens maling aan hebben
Een synoniem van ergens lak aan hebben is ergens maling aan hebben. De herkomst hiervan is onduidelijk.
Vroeger bestond de uitdrukking in de maling zijn, waarmee bedoeld werd ‘in de ellende zitten’. Mogelijk is maling in deze uitdrukking een afleiding van malen in de betekenis ‘ronddraaien’. Een maling is dan een maalstroom of een draaikolk waarin je je niet staande kunt houden en die je dus meesleurt. De spreekwoordenboeken vermoeden een verband tussen in de maling zijn en ergens maling aan hebben, maar het is niet duidelijk hoe dit precies zit.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!