Wat betekent ergens blijven plakken en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als je ergens blijft plakken, blijf je ergens (vaak als gast) langer zitten dan de bedoeling is. Vaak willen degenen bij wie je te gast bent, eigenlijk liever dat je vertrekt. Het kan ook gebeuren dat je je zélf realiseert dat je ongemerkt te lang bent gebleven en dat anderen op je zitten te wachten.
Daarnaast kun je ergens blijven plakken gebruiken in de betekenis ‘ergens al lang werken’: ‘Ik kwam hier in 2015 werken als invalkracht en ben daarna blijven plakken.’
Met ergens blijven plakken is eigenlijk letterlijk bedoeld dat het net is alsof je aan je stoel bent vastgeplakt. Datgene waarmee je dan zogenaamd vastgeplakt zat, was pek – een zwart, kleverig goedje.
Al eeuwen geleden waren ‘plakkers’ een bekend verschijnsel. In de Klucht van het bedurven huishouden uit 1703 staat bijvoorbeeld: “Ik geloof dat ze iewers weer aangezeild is daar ze geplakt zit, want zy heeft pik [= pek] aan haar rokken, als zommige mans aan haar broeken”. Vrij vertaald: ‘Ik geloof dat ze weer ergens is neergestreken waar ze vast lang zal blijven plakken, want ze heeft pek aan haar rokken, net zoals sommige mannen pek aan hun broek hebben.’
Een peklap aan je poort!
Vroeger zei men ook wel voor de grap tegen een plakker: ‘Jij hebt een peklap aan je poort!’ Poort was dan een ander woord voor ‘achterwerk’. Een peklap was een lap die ingesmeerd was met pek. Zo’n lap werd onder meer gebruikt door schoenmakers. Daarmee bestreken ze het garen waarmee ze werkten om een steviger draad te krijgen. Zo’n ‘pekdraad’ was bovendien duurzamer.
Ook pek aan je broek/gat hebben kwam weleens voor om een echte plakker te beschrijven, net als een rechte peklap of een echte peklapper.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!