Wat betekent er de kantjes vanaf lopen en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Er de kantjes vanaf lopen betekent ‘niet je best doen’, ‘zo min mogelijk uitvoeren (en daardoor slecht werk leveren)’, ‘lui en/of passief zijn’. Bijvoorbeeld: ‘Er zijn veel grappen over ambtenaren die er de kantjes vanaf zouden lopen.’
Er de kantjes vanaf lopen gaat terug op het beeld dat luie mensen als het ware ‘om het werk heen lopen’: zo weten ze te vermijden dat ze hard moeten werken. Kantjes is hier het verkleinwoord van kant in de betekenis ‘buitenste rand’ of ‘buitenste strook’. Luie mensen doen dus alleen wat gemakkelijke klusjes in het ‘randgebeuren’ en zorgen ervoor dat ze niet in aanraking komen met zware taken, want dan zouden ze écht moeite moeten doen. Zo kreeg er de kantjes vanaf lopen een negatieve betekenis, die wel wat lijkt op je ergens met een jantje-van-leiden van afmaken.
Vroeger was er ook een variant van deze uitdrukking gangbaar: langs de kantjes lopen of op de kantjes lopen. Daarnaast bestond de uitdrukking om de kantjes heen gaan of om de kantjes (heen) draaien, waarmee bedoeld werd: ‘eromheen praten, expres niet duidelijk zeggen wat er aan de hand is’. De kern - datgene waar het om ging - werd dan dus vermeden.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!