Wat betekent een smak geld en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Een smak geld betekent ‘een grote hoeveelheid geld’. Het is afgeleid van het werkwoord smakken, dat ‘met enige kracht werpen, smijten’ betekent. Als je iets op tafel smakt, smijt je dus iets op tafel, bijvoorbeeld omdat je kwaad bent.
De betekenis van smak is van ‘het gooien van iets, worp’ veranderd in een aanduiding voor datgene wat neergeworpen wórdt, waarbij het dan vooral gaat om de omvang. Bij een smak geld moet je dus eigenlijk denken aan een flinke hoeveelheid geld die ergens wordt neergesmakt. Een variant is een smijt geld, waarin smijt is afgeleid van smijten.
Een bom duiten
Ook bom kan ‘grote hoeveelheid’ betekenen. Daarom kun je het hebben over een bom duiten (‘veel geld’). Dit bom is waarschijnlijk afgeleid van het werkwoord bommen in de betekenis ‘hol weerklinken’. Een bom duiten geeft dus net als een smak geld eigenlijk het geluid weer dat je hoort als je (bij wijze van spreken) een flinke zak geld neergooit. Dat geldt ook voor de variant een bonk duiten, waarin bonk is afgeleid van bonken.
Bomschuit en smakschip
Bom kan ook een verkorting zijn van bomschuit, dat weer een verkorting is van bodemschuit. Dat was een breed vissersschip met een platte bodem, dat werd gebruikt bij de haringvisserij en de kustvisserij. Een veelgehoorde verklaring voor de herkomst van een bom duiten is dat het eigenlijk ‘een vissersschip vol duiten’ betekent. Ook smak was een benaming voor een bepaald type schip. Dan lijkt het voor de hand te liggen dat een smak geld eigenlijk ‘een smakschip vol geld’ betekent.
Toch lijken deze benamingen voor schepen niet de oorsprong te zijn van deze uitdrukkingen. De spreekwoordenboeken noemen woorden als smak, bom, smijt, bonk, gooi, kwak en klets in één adem in de betekenis ‘(grote) hoeveelheid’. Waarschijnlijk zijn al deze woorden afgeleid van werkwoorden die weergeven dat iets behoorlijk wat geluid maakt als je het neergooit.
Het schip met geld
Er bestaat overigens wel een uitdrukking met het woord schip erin waarmee een groot geldbedrag is bedoeld: het schip met geld. Bijvoorbeeld: ‘Geen zorgen: morgen komt vast het schip met geld’, ‘Als het schip met geld maar kwam ...’ en ‘Is het schip met geld aangekomen?’ In deze grapjes wordt net gedaan alsof er een schip met geld in aantocht zou zijn of zou zijn aangekomen - dat geld werd dan onder alle mensen verdeeld, zodat iedereen ineens over een flinke som beschikte.
Ouders gebruikten het schip met geld ook vaak als dooddoener tegenover hun kinderen: ‘Als het schip met geld komt, krijg jij een nieuwe fiets.’ Bedoeld is dan: er is nu geen geld om een nieuwe fiets voor je te kopen.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!