Wat betekent een rare snoeshaan zijn en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als van iemand wordt gezegd dat die een rare snoeshaan is, wil dat zeggen dat deze persoon in de ogen van de anderen een raar figuur is, iemand met een apart karakter, een vreemde snuiter. Ook een vreemde snoeshaan komt voor.
Snoeshaan is ontleend aan het Noord-Duitse snushan. Dat gaat terug op het Hoogduitse Schnauzhahn. Een Schnauzhahn is het mannetje van de kalkoen, een kalkoenhaan dus. Daarnaast had Schnauzhahn in het Duits de figuurlijke betekenissen ‘bluffer, praler’. Nu is het woord overigens verouderd in het Duits.
Letterlijk vertaald betekent Schnauzhahn ‘snuithaan’. Vermoedelijk kreeg het dier die naam vanwege zijn uiterlijk. De kalkoenhaan ziet er namelijk nogal opvallend uit, mede door een slurf-achtig uitsteeksel (de zogenoemde neuslel) bij zijn snavel.
Er doet nog een verklaring over de herkomst van snoeshaan de ronde. Het woord zou afkomstig zijn van het woord soesoehoenan, de vroegere titel van een vorst op verschillende eilanden in Indonesië. Deze uitleg is volgens de etymologiewoordenboeken echter niet juist. Snoeshaan kwam namelijk in 1612 al voor in een toneelstuk van Bredero: ‘“t Was ... sucken Snoeshaen” (‘het was zo’n opschepper’). Dat betekent dat het woord waarschijnlijk al voorkwam voordat rond 1600 de eerste Nederlandse schepen naar Indonesië voeren.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!