Wat betekent een rare snijboon en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Iemand die een rare snijboon is, is een wonderlijke figuur, iemand die vreemde en vaak ook onverwachte dingen zegt en doet.
Waarom we spreken van een rare snijboon is helaas niet duidelijk. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt bij snijboon: “In toepassing op personen, meestal in de verbinding een rare snijboon, iemand die zich wonderlijk gedraagt of er wonderlijk uitziet, maar vooral: iemand die geheel onberekenbaar is, een rare snijder.” Bij snijder staat als eerste betekenis ‘kleermaker’, maar er staat ook bij dat in de standaardtaal snijder alleen schertsend wordt gebruikt. Een van die schertsende toepassingen is een rare snijder, “een zonderling, onberekenbaar persoon”. Het is mogelijk dat een rare snijboon en een rare snijder verwant zijn, maar hoe dat zit, wordt niet duidelijk.
Een rare snuiter
Het WNT verwijst bij een rare snijder ook naar een rare snuiter. Ook dat is nog steeds een bekende uitdrukking voor een vreemde persoon. Snuiter is mogelijk een vriendelijker variant van snotneus, maar het Etymologisch woordenboek van het Nederlands (EWN) ziet een verband met een instrumentje om kaarsen mee te doven (‘kaarsen snuiten’). Omdat het snuiten van kaarsen zo’n alledaagse, onbetekenende handeling was, kreeg snuiter de betekenis ‘onhandig persoon’ erbij, en vandaar ‘onbenul, zonderling’. Hetzelfde is gebeurd met knuppel: dit is eigenlijk een aanduiding voor een voorwerp, maar het werd later ook een persoonsaanduiding (‘lomperik, pummel’).
Andere vreemde vogels
Er bestaan nog meer uitdrukkingen om een vreemde vogel mee aan te duiden. Enkele daarvan zijn:
- Een rare speksnijder: een speksnijder was vroeger de man die het spek van de gevangen walvis sneed.
- Een rare kwant: een kwant betekende eerst ‘kameraad, makker’ en later ‘jongeman’. Sinds de achttiende eeuw wordt kwant alleen in ongunstige zin gebruikt. Het is mogelijk verwant met middeleeuws-Latijnse quantus, ‘een zeker iemand’.
- Een rare sinjeur: sinjeur is afgeleid van het Franse seigneur, ‘mijnheer’.
- Een rare bokkinees: verbastering van Boeginees, de benaming van een inwoner van Sulawesi (Celebes) of een van de eilanden die daarbij in de buurt liggen.
- Een rare (water)chinees: volgens F.A. Stoett gaat deze uitdrukking terug op de aanblik van een Chinees die in kleermakerszit op een paar stukjes bamboe gezeten in zee ronddrijft om te vissen. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal spreekt van een drijvend bamboematje waar de Chinese visser op zou zitten.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!