Wat betekent de hand in eigen boezem steken en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als je de hand in eigen boezem steekt, zoek je de schuld bij jezelf: je gaat bij je geweten te rade of jou iets te verwijten valt (in plaats van direct naar anderen te wijzen).
Bij het woord boezem moet je niet denken aan (vrouwen)borsten, maar aan de ruimte tussen de borst en het kledingstuk dat daaroverheen zit of hangt, zoals een hemd. Je hand onder zo’n kledingstuk op je borst leggen, was een beeld dat stond voor: nagaan wat je geweten je zegt en je eigen aandeel of schuld erkennen. Je kijkt dus wat jijzelf diep in je hart voelt en vindt over iets wat is misgegaan en geeft niet zomaar anderen de schuld.
Je leest weleens dat deze uitdrukking rechtstreeks uit de Bijbel komt. In Exodus 4:6-8 (NBG-vertaling 1951) staat: “Wederom zeide de HERE tot hem [nl. Mozes]: Steek uw hand in uw boezem. En hij stak zijn hand in zijn boezem en toen hij ze eruit trok, zie, zijn hand was melaats, sneeuwwit. Daarop zeide Hij: Steek uw hand opnieuw in uw boezem. En hij stak zijn hand opnieuw in zijn boezem en toen hij ze eruit trok, zie, zij was weer geworden als zijn overige vlees.” Toch is het niet zo waarschijnlijk dat de hand in eigen boezem steken rechtstreeks aan deze bijbelpassage ontleend is. Er is hier immers geen sprake van boezem als zetel van het geweten. God vraagt Mozes niet bij zichzelf te rade te gaan, maar laat Mozes zijn grote macht zien.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!