Wat betekent ‘Je kunt me de bout hachelen’ en waar komt deze uitdrukking vandaan?
‘Je kunt me de bout hachelen!’ is een (boze) uitroep die betekent: ‘bekijk het maar; ik luister niet meer naar jou!’, ‘je kunt naar de maan lopen’.
Bout betekent hier ‘uitwerpselen, poep’ en hachelen betekent ‘eten’. ‘Je kunt me de bout hachelen’ betekent dus letterlijk: ‘je kunt m’n poep opeten’. Dat is natuurlijk een tamelijk grove manier om te zeggen dat je woedend bent en dat je de ander bovendien minacht.
De woorden bout en hachelen behoren van oorsprong niet tot het Standaardnederlands, maar tot het Bargoens: de geheimtaal van dieven, landlopers en rondtrekkende handelaren. Die taal bevat van oudsher veel Jiddische en daardoor ook Hebreeuwse elementen. Zo komt hachelen van het Jiddische achelen, dat is afgeleid van het Hebreeuwse ’akhal (‘eten’).
Bout had in het Bargoens verschillende betekenissen, waaronder dus ‘poep’. Volgens het Bargoens Woordenboek (1974) is deze betekenis voortgekomen uit de associatie met ‘iets ronds/kogelachtigs’ (vergelijkbaar met de vorm van de bout die in de bouw wordt gebruikt).
Er bestaan nog twee minder bekende varianten de bout naggelen en de bout boemelen. Naggelen is een variant van hachelen, maar wat boemelen hier betekent, is onduidelijk. Verder bestaat nog bout hebben aan, dat ‘schijt hebben aan’ betekent.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!