Wat betekent de bokkenpruik op hebben en waar komt deze uitdrukking vandaan?
De bokkenpruik op hebben betekent ‘uit je humeur zijn, chagrijnig zijn’, ‘niet willen meewerken’.
Deze uitdrukking komt uit de tijd dat de mensen pruiken droegen: de achttiende eeuw. Zo’n pruik moest je natuurlijk wel zorgvuldig opzetten, anders ging het chique effect geheel verloren. Als je pruik goed verzorgd was en keurig netjes op je hoofd stond, was dat een teken van een positieve instelling: je deed je best goed voor de dag te komen. Maar als je pruik scheef op je hoofd stond, gold dat juist als een teken van slordigheid en onverschilligheid, en daarmee ook van humeurigheid en chagrijn.
Zo’n scheve pruik werd een bokkenpruik genoemd, omdat bokken bekendstonden om hun slechte (‘bokkige’) gedrag: koppig, lastig en onhebbelijk.
Andere uitdrukkingen met pruik
Er waren nog twee uitdrukkingen gangbaar met pruik die ‘uit je humeur zijn’ betekenden. Niet in je pruik zijn wilde eigenlijk zeggen dat je pruik niet lekker zat en er niet mooi uitzag. Dat had een negatief effect op je humeur. Als de pruikenmaker zijn best had gedaan, voelde je je met een pruik op juist extra mooi en (dus) vrolijk.
Daarnaast bestond ‘De pruik staat hem scheef’ of ‘Zijn pruik staat scheef.’ Ook deze uitdrukking is gebaseerd op het idee dat een slordig opgezette pruik een uiting was van ongeïnteresseerdheid en daarmee van humeurigheid.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!