Wat betekent achterbaks zijn en waar komt deze uitdrukking vandaan?
Als iemand achterbaks is, is het een stiekemerd. Het is een oneerlijk persoon, van alles uitspookt achter de rug van anderen om.
Bak betekent hier ‘rug’. De precieze herkomst van dit bak is helaas niet bekend. Het is mogelijk afkomstig uit een Scandinavische taal, net als het Engelse back. Achterbaks betekent dus letterlijk ‘achter de rug’. Van daaruit ontstond de figuurlijke betekenis ‘buiten het zicht van anderen’, ‘stiekem’. De slot-s van achterbaks is de s waarmee bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd, zoals ook bij woorden als binnenlands, boers en slaafs is gebeurd.
Bakboord
In bakboord zit hetzelfde bak. Bakboord betekent dus letterlijk ‘rugboord’. De achttiende-eeuwse taalkundige Balthazar Huydecoper omschreef bakboord als volgt: “de zyde van ’t schip, daar de stierman [stuurman] ’t roer in den rechter arm houdende naar toe gekeerd is”. De stuurman stond dus vroeger met zijn linkerschouder naar de boeg van het schip gekeerd, met zijn rug naar de ‘linkerkant’ dus, terwijl hij met zijn rechterarm het roer bediende. Het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands vermeldt: “Bij boten en schepen met een puntige achtersteven werd het roer traditioneel rechts gemonteerd (aan het stuurboord). De stuurman stond dus met zijn rug naar het linkerboord.”
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!