2005: het derde Groene Boekje
Media accepteren nieuwe wijzigingen niet
Na de spellingwijziging in 1995 liet de Nederlandse Taalunie weten dat het Groene Boekje voortaan elke tien jaar zou worden herzien. De woordenlijst moest immers steeds worden geactualiseerd. De Taalunie beloofde dat er aan de regels niet meer zou worden gesleuteld: die zouden blijven zoals ze in 1995 waren.
Maar bij het eerste Groene Boekje dat ná 1995 verscheen, in 2005, zijn er toch weer regels veranderd en nieuwe regels toegevoegd. Het nieuwe Groene Boekje dat in oktober 2005 verscheen, bevat aangepaste regels voor het hoofdlettergebruik, enkele nieuwe regels voor het aan elkaar schrijven van woorden en in de tussen-n-regels wordt de paardebloem-uitzondering geschrapt. Van Dale had in 1995 deze uitzondering sowieso niet overgenomen en kreeg nu dus zijn zin. In 2005 wordt het officieel paardenbloem. De Dikke Van Dale verbindt zich in 2005 geheel aan de officiële spelling: het woordenboek krijgt een officiëlespellingkeurmerk.
Het ontstaan van ‘de witte spelling’
Het Genootschap Onze Taal laat in oktober 2015 in een artikel in het tijdschrift Onze Taal weten dat het een volgende druk van de Spellingwijzer Onze Taal voorbereidt en dat het daarvoor geen officiëlespellingkeurmerk zou aanvragen: “we willen - mocht dat nodig zijn - taalgebruikers ook een alternatieve spelling aanbieden als daar veel voor te zeggen valt”.
In december 2005 laat een flink aantal media (waaronder de Volkskrant, Trouw, NRC en de NOS) weten dat zij het Groene Boekje van 2005 niet accepteren als spellingnorm. Een heuse spellingrel is geboren, vooral als het genootschap laat weten begrip te hebben voor de media. Zo komen de ‘dissidente media’ en het Genootschap Onze Taal met elkaar in contact en ontstaat er een samenwerking.
Die samenwerking resulteert in het Witte Boekje, dat Onze Taal en Prisma in 2006 uitbrengen. Daarin worden de meeste officiële wijzigingen van 2005 niet overgenomen. Het Witte Boekje is dus vrijwel hetzelfde als zijn voorganger: de Spellingwijzer Onze Taal uit 1998. Er is wel één verschil: er wordt besloten de officiële tussen-n-regeling los te laten. Dit besluit krijgt verreweg de meeste aandacht. Uit onderzoek (bijvoorbeeld in 2003) was gebleken dat de regels (vooral de uitzonderingen) van 1995 in de praktijk niet werkten. De officiële regels achter woordparen als ruggengraat en ruggespraak, reuzengestalte en reuzekerel, en koninginnensoep en Koninginnedag waren voor velen ook na tien jaar nog steeds onduidelijk. In het Witte Boekje worden wel een paar principes gegeven voor het spellen van woorden als krantenkop en horde(n)loop, maar geen regels.
Ondanks alle commotie zijn de verschillen tussen de officiële spelling en de ‘witte spelling’ klein. Over de basisregels (voor bijvoorbeeld de werkwoordspelling, het aan elkaar schrijven van samenstellingen en de spelling van leenwoorden) is iedereen het bijvoorbeeld al lange tijd eens. Op deze pagina vind je informatie over de verschillen.