Page 15 - OnzeTaal_nov2020_HR
P. 15

Freek de Jonge


                              Freek de Jonge (1944) brak in 1969 door met het geëngageerde cabaretduo
                              Neerlands Hoop. Na een elfjarige samenwerking met Bram Vermeulen begon
                              De Jonge een veelzijdige solocarrière: hij doet niet alleen theater- en televi-
                              siewerk, maar schrijft ook romans en liedteksten. Hij scoorde een nummer-
                              1-hit met ‘Leven na de dood’ (1997), een bewerking van Bob Dylans ‘Death
                              Is Not the End’. In 2005 ontving hij op het Onze Taal-congres de Groenman-
                              taalprijs; verder kreeg hij de VSCD Oeuvreprijs (2008) en de Toon Hermans
                              Award (2016). Het radioprogramma De Taalstaat riep hem uit tot ‘Taalstaat-
                              meester’ van 2019.
                                 Momenteel is De Jonge te zien in de bioscoopfilm De vogelwachter, waarin
                              hij de hoofdrol speelt. De Jonge is getrouwd met Hella de Jonge, al decennia
                              zijn rechterhand als het gaat om de vormgeving van zijn shows. Samen heb-
                              ben ze twee kinderen. Een derde kind overleed drie maanden na de geboorte.




                                                             en daarin faalden twee columnisten jammerlijk in hun
                                                             poging om leuk te zijn, doordat te veel van wat ze zeiden
                                                             vooraf was bedacht. Voor de humor is dat dodelijk; die
                                                             moet uit zichzélf voortkomen. Bij talkshows zie je nau-
                                                             welijks nog ‘geest’, omdat het te voorspelbaar is gewor-
                                                             den. Een vriendin van Hella’s moeder zei vaak als ze
                                                             mannen hoorde lachen: ‘Veel gelach en weinig vreugde.’
                                                             Dat is scherp opgemerkt. De vraag moet altijd zijn: word
                                                             je er van binnen rijker van? Was de geest vaardig? Soms
                                                             is het ongrijpbaar wat je met elkaar deelt, maar word je
                                                             erdoor opgetild. Zo kon ik als kind verliefd zijn op mijn
                                                             vaders stem wanneer hij preekte, zonder veel te begrij-
                                                             pen van de inhoud.”
 komen als de vorm niet klopt”
 komen als de vorm niet klopt”
                                                               “Soms ontstaat het gevoel dat

                                                               je het wel hebt opgeschreven,

                                                               maar niet hebt bedácht.”



                                                             Hoe bewaak je die ‘geest’?
                                                             Glimlachend: “Door met Hella te zijn, en door mijn per-
                                                             soonlijke mantra: ‘Vertrouwen, discipline en concentra-
                                                             tie.’ De mens is niet volmaakt. Als de concentratie matig
                                                             is, onderzoek ik wat er mis is met de discipline of het
            VERTROUWEN                                       vertrouwen; als er geen discipline is, onderzoek ik die
            Hoe schrijft u?                                  andere twee. Ik heb de mazzel dat ik me wat ‘vertrouwen’
            “Bij mij vloeit de pen, en dan ga ik daarna nog eens    aangaat, gestut weet door een veilige, liefdevolle jeugd.”
            kijken of het onzin is of niet – en daardoor krijg je een      “Mijn vaders leermeester, Gerardus van der Leeuw,
            ongeremdheid die maakt dat je opeens ontzettend kunt   speelt hierin indirect een rol. Mijn opa, iemand die naar
            geloven in wat je doet. De vraag is alleen: wanneer loopt   eigen zeggen ‘geroepen was door God’, had flinke druk
            het, en wanneer beperkt het je? Er zijn geen wetten: de   op mijn vader uitgeoefend om predikant te worden. Dat
            ene keer word je gestimuleerd door je voor te stellen dat   leidde tijdens zijn theologiestudie tot een crisis: was dit
            je voor een zaaltje van vijfhonderd man staat, de andere   wat hij werkelijk wilde? Mijn vader vroeg een gesprek aan
            keer kun je door hetzelfde idee verlamd raken. Ik voetbal   met de gezaghebbende Groningse hoogleraar theologie
            nog steeds, en bij de training gaat er weleens wat fout.   met het idee de uitkomst ervan de doorslag te laten geven.
            En dan krijg je vaak van de trainer, iemand die hoog en   Toen hij na het aankloppen diens warme ‘Kom binnen!’
            goed gevoetbald heeft, te horen: ‘Je dacht na …!’ En dat   hoorde, was hij al om. Het was een stem, zoals mijn
            moet niet. Je hebt een diepgaand vertrouwen nodig.    vader het omschreef, waarin geest en intellect samen-
            Tijdens het tunen, het afzoeken van de bandbreedte,   vloeiden. Het waren ook twee woorden die in grotere zin
            ontstaat soms ineens een bijna religieus besef, het ge-  voor de toetreding tot de theologische wereld stonden.”  ONZE TAAL 2020  —  11
            voel dat je het wel hebt opgeschreven en toegankelijk
            hebt gemaakt, maar dat je het niet hebt bedácht. Een   DUTCH HOPE
            frequentie die even heilig als gevaarlijk is, want je mag   Uw beslissende tekst (zie blz. 16 – red.) is een frag-
            niet denken dat je het in je macht hebt, of erover op-  ment uit een theologisch werk van deze Van der Leeuw,
            scheppen, want dan word je ervoor gestraft.”     uit 1935. Waarom koos u dat?
            In wat voor zin?                                 “Het onderscheid dat Van der Leeuw daar maakt tussen
            “Gisteren keek ik naar het tv-programma De vooravond,   ‘weten’ en ‘verstaan’ is nog altijd actueel. Het weten, het    15
   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20