Page 12 - OnzeTaal_nov2018.indd
P. 12
De herfsttijd is de
tijd van Allerzielen
en Halloween, en
dus van de dood.
Welke taal staat ons
zoal ter beschikking
om het over dit toch
wat heikele onder-
werp te hebben?
TON DEN BOON
Illustratie: Studio Mals
Kleiner
gaan wonen
De taal van de dood
rokken we nog maar enkele decennia geleden de dood, sterven en het graf. Soms zijn ze banaal, vaak
met Allerzielen devoot naar het kerkhof om zijn ze interessant. Daarom ben ik jaren geleden begon-
bloemen te leggen op de graven van overleden nen ze te verzamelen, om ze – als de man met de zeis
T familieleden, de laatste decennia víéren we op het mij vergunt – ooit te beschrijven in het ultieme
het breukvlak van oktober en november, met Hallo- Woordenboek van de dood.
ween, de dood ook uitbundig. De plaatselijke Oranje- Veel van die woorden en uitdrukkingen zijn variaties
vereniging organiseert een spooktocht, her en der staan op slechts enkele metaforen, zo blijkt al uit een eerste
geinig ingekerfde pompoenen voor de deur, de buurman greep uit de voorbeelden, variërend van archaïsmen als
trekt zijn screammasker weer eens over zijn hoofd, en de tol der natuur betalen en de doodssnik geven tot infor-
andere dorps- en buurtgenoten trekken uitgedost als mele termen als afpeigeren en creperen, schertsende uit-
drukkingen als een zandwinkeltje beginnen, grondheer
zombies van deur tot deur. Griezelen! Rond Halloween,
ONZE TAAL 2018 — 11 van oorsprong in feite hetzelfde aanduidt (de Oxford en naar kapitein Jas gaan, eufemismen als de eeuwigheid
worden, een tuintje op je buik hebben, kleiner gaan wonen
dat de plaats heeft ingenomen van Allerheiligen maar
English Dictionary beschrijft Halloween als een samen-
ingaan en zijn Schepper ontmoeten en alledaagse taalvor-
trekking van All Hallow Even – ‘de avond van alle heili-
men als gaan hemelen, insluimeren en de wereld verlaten.
Schrijvers hebben ongeveer alle synoniemen van weg-
gen’), lijkt de dood geen taboe meer.
gaan al eens metaforisch gebruikt ter aanduiding van
ZANDWINKELTJE
Dat de dood vroeger wél een taboeonderwerp was, blijkt
den, naar Kuilenburg gaan), terwijl ‘de slaap’ nog altijd
een geliefde metafoor is voor het dood zijn (het moede
uit onze woordenschat. Afgezien van seks zijn er geen het sterven (afmarcheren, de grote of laatste reis aanvaar-
universeel menselijke beslommeringen waarvoor we zó hoofd neerleggen, insluimeren, de eeuwige rust vinden). Die
12 veel woorden, uitdrukkingen en metaforen hebben als slaapmetafoor kenden de oude Grieken trouwens al: in