Page 13 - OnzeTaal_mei2021_HR
P. 13

Wilt u direct antwoord op een taalvraag? Bel dan 085 - 00 28 428.    HOE LEG JE DAT UIT?
       Ook via Twitter (@onzetaal) en WhatsApp (06 - 39 86 19 91) krijgt u
       snel antwoord. Zie voor andere mogelijkheden www.onzetaal.nl/taalloket.
                                                                        Als je Nederlandse les geeft aan anderstaligen
                                                                        (NT2’ers), kom je af en toe kwesties tegen waarvan je
                                                                        je afvraagt: hoe zit dat ook alweer?
       VERSCHUIVENDE NORMEN
                                                                        HET ZONDER BETEKENIS?
       Over verschuivende taalnormen, maar ook over kwesties in de trant van    Het Nederlands kent een aantal uitdrukkingen
       ‘Ik hoor/zie steeds vaker …’, die ons geregeld worden voorgelegd.   en constructies waarin het voorkomt zonder dat
                                                                        het een echte betekenis heeft. Voorbeelden:
                                                                        ‘Het regent’ en ‘Ik heb het warm.’
       HANDHAVEN                                                           In zinnen als ‘Het regent’, ‘Het waait’, ‘Het
       Van oorsprong is handhaven een overgankelijk werkwoord; dat wil zeg-  wordt donker’ en ‘Het spookt daar’ is het een
       gen dat het met een lijdend voorwerp wordt gecombineerd. Voorbeel-  zogeheten loos onderwerp. Het heeft de gram-
       den hiervan zijn: ‘Ik wil het beleid van de vorige minister handhaven’   maticale functie van onderwerp, maar het heeft
       en ‘We moeten de orde handhaven.’                                geen betekenis: het verwijst niet naar iets in de
          De laatste jaren wordt handhaven steeds vaker zonder lijdend voor-  werkelijkheid. Dat geldt ook voor ‘Het is koud’,
       werp gebruikt, dus onovergankelijk. Het gaat dan bijvoorbeeld om poli-  als dit over het weer of de omgevingstempera-
       tieagenten of andere functionarissen – zoals de boa’s (buitengewoon   tuur gezegd wordt. Maar als ‘Het is koud’ een
       opsporingsambtenaren) in Nederland – die zich bezighouden met de   reactie is op iets wat eerder genoemd is, bij-
       handhaving van wetten, regels en vaak ook de openbare orde. Ze wor-  voorbeeld als antwoord op de vraag ‘Is het
       den met een passende term ook wel als handhavers aangeduid.      water warm of koud?’, is het geen loos onder-
          Hoewel zinnen als ‘We moeten handhaven’ en ‘Er zal streng worden   werp: het verwijst dan naar het water.
       gehandhaafd’ misschien nog wat onwennig klinken en vooral met poli-     Naast loze onderwerpen bestaan er loze
       tie- en handhaversjargon worden geassocieerd, zijn ze redelijk ingebur-  lijdende voorwerpen; daarvan is het in ‘Ik heb
       gerd. Van Dale Hedendaags Nederlands noemt deze onovergankelijke    het warm’ een voorbeeld. Het heeft ook hier wel
       betekenis van handhaven “pregnant”; dat is een taalkundige vakterm   een grammaticale functie, maar geen betekenis.
       voor ‘kernachtig’ of ‘verkort’, of ook wel ‘specifiek’.          Dat geldt ook voor bijvoorbeeld ‘Wat hebben we
          Er zijn meer werkwoorden die op die manier gaandeweg hun lijdend   het toch goed.’ Het warm hebben en het goed
       voorwerp zijn kwijtgeraakt; het gaat dan om gevallen waarin wel dui-  hebben zijn vaste (idiomatische) verbindingen,
       delijk is wat dat lijdend voorwerp zou zijn. Het kan daarbij om jargon   een soort uitdrukkingen, waarin het niet naar
       gaan: zo hoor je in plaats van ‘We gaan de bodem hier saneren’ ook   iets concreets verwijst. Nog een paar andere
       vaak: ‘We gaan hier saneren’ – omdat in de bedoelde context wel min   voorbeelden zijn het op een lopen/zuipen zetten,
       of meer vanzelf spreekt dat het de bodem is die gesaneerd wordt. Maar   het niet breed hebben, het op iemand gemunt heb-
       er zijn ook heel alledaagse voorbeelden, zoals inpakken: in plaats van   ben en het goed met elkaar kunnen vinden.
       ‘Moeten we onze spullen al inpakken?’ (of juist ‘Moeten we onze tassen
       al inpakken?’) kun je ook zeggen: ‘Moeten we al inpakken?’          Welke kwesties komt u vaak tegen in uw NT2-
                                                                           lessen? En hoe legt u ze uit? We horen het
                                                                           graag via taaladvies@onzetaal.nl.



       HOE KAN HET DUIDELIJKER?

       Tips voor duidelijkere teksten.


       DAT ALS                           komt niet meteen, zoals in de meeste   bezig zijn, we heel productief zijn.’
                                         bijzinnen, het onderwerp van de bijzin      Gelukkig zijn zinnen met de twee
       VRAAG                             (de productiviteit) – nee, er komt eerst   voegwoorden dat en als of dat en wan-
       Ik heb het idee dat deze zin niet zo   een tweede bijzin, nog voordat de eerste   neer naast elkaar vrij simpel te her-
       lekker leest: ‘Goede leidinggevenden   is afgelopen. Die tweede bijzin begint   schrijven voor wie dat wil. Je kunt de
       weten dat als de werksfeer prettig is,   met het voegwoord als. Een bijzin in    ingebedde bijzin uit de zin halen en
       de productiviteit stijgt.’ Maar waar   een bijzin dus, oftewel een ‘ingebedde   hem in een aparte zin voor of achter de
       zit ’m dat in?                    bijzin’.                          andere zetten. Bijvoorbeeld zo: ‘Goede
                                            Grammaticaal kan het allemaal ge-  leidinggevenden weten dat de producti-
       ANTWOORD                          woon. Maar het is voor veel lezers wel   viteit stijgt als de werksfeer prettig is.’
       Dat komt vooral door de zinsconstructie   moeilijk, omdat er nogal een beroep       Of andersom: ‘Als de werksfeer pret-
       met dat als. Die doet wat denken aan de   op het kortetermijngeheugen wordt    tig is, dan stijgt de productiviteit. Goe-
       ‘tangconstructie’, die in het aprilnum-  gedaan. Een lezer moet onthouden hoe   de leidinggevenden weten dat.’
       mer aan de orde kwam: tussen weten   de zin en de eerste bijzin zijn begonnen,      En een heel andere herschrijving kan   ONZE TAAL 2021  —  5
       dat en de productiviteit stijgt staat eerst   maar moet vervolgens eerst de informa-  natuurlijk ook: ‘Goede leidinggevenden
       nog andere informatie, namelijk een   tie uit de tweede bijzin verwerken voor-  weten het: als de werksfeer prettig is,
       voorwaarde. Er staan daardoor twee    dat het vervolg van de eerste komt.   stijgt de productiviteit!’
       bijzinnen door elkaar.               Dezelfde bezwaren als die tegen deze
          De eerste bijzin begint na Goede lei-  ‘dat-als-constructie’ gaan trouwens op   Meer voorbeelden met dat als én
       dinggevenden weten en wordt ingeleid   voor de combinatie met dat wanneer:   mogelijke herschrijvingen zijn te
       door het voegwoord dat. Vervolgens   ‘Wij denken soms dat wanneer we druk   vinden op www.onzetaal.nl/dat-als.  13
   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18