Page 33 - OnzeTaal_jul_aug2021
P. 33
WITTEMAN
Europa worstelt met genderneutrale taal
Mem
van Onderwijs Jean-Michel Blanquer dat het gebruik van oen mijn dochter één jaar oud was, verhuisden
deze schrijfwijzen in het onderwijs verboden was. wij naar Berlijn. In de zes jaar dat we daar
T woonden, sprak ze Nederlands met ons (haar
INTERESSANTE DECENNIA ouders, en later ook haar broertjes), en Duits met alle
Nóg weer net een andere discussie wordt vooral in Span- andere mensen. Toen ze zeven was, keerden we terug
je en Italië gevoerd. In die talen moet je met ieder bij- naar Nederland, waar zij tot haar verbazing moest
voeglijk naamwoord uitdrukken of het gaat over een constateren dat Nederlands een échte taal was. Zij
man (vaak met een -o) of een vrouw (vaak met een -a). had al die jaren gedacht dat wat wij thuis spraken een
In het Italiaans betekent è bello bijvoorbeeld ‘hij is mooi’ eigen familietaaltje was, uitsluitend van ons, plus
en è bella ‘zij is mooi.’ In beide taalgebieden pleiten taal- opa’s en oma’s, ooms en tantes, neefjes, nichtjes en
activisten voor een neutrale vorm van het bijvoeglijk goede vrienden.
naamwoord. Toen ze negen was, en haar broertjes zes en drie,
In het Spaans wordt daar af en toe een apenstaartje verhuisden we naar Washington. Engels ligt kennelijk
voor gebruikt: l@s indignad@s (‘de verontwaardigden’) in comfortabeler in de mond dan Nederlands, want al
plaats van los indignados y las indignadas. In het Italiaans heel gauw spraken mijn kinderen ook onderling liefst
zou de neutrale vorm voor ‘mooi’ bellə zijn, met het Engels. We zijn daar gelukkig maar drie jaar gebleven,
teken ə uit het fonetisch alfabet, dat staat voor een anders was het nooit meer goed gekomen. Mijn jong-
toonloze e (zoals aan het eind van mooie). Die wordt in ste zoon, die nu zeventien is, gebruikt in het Neder-
zuidelijke Italiaanse dialecten al lang gebruikt voor lands nog steeds vaak het verkeerde lidwoord.
Ik weet niet of het door al dat wonen in het buiten-
land komt, maar mijn kinderen gebruiken onder
Volgens de Académie elkaar allerlei woorden die niet bestaan. Zo kunnen
voorwerpen, maar ook voedsel, of onderdelen van de
française zouden degenen menselijke of dierlijke anatomie een ‘bloiken’ zijn, of
een ‘glarken’ (met de g van garçon), maar bijvoorbeeld
die pleit ten voor inclusieve ook een ‘pompo’ of een ‘flabbel’. Mijn kinderen kun-
nen desgevraagd haarscherp het verschil tussen die
schrijfvormen “ruw de woorden uitleggen. Zo is een ‘bloiken’ veel kleiner en
zachter dan een ‘glarken’, en een ‘pompo’ is altijd
natuurlijke taalontwikkeling rond, en breder dan hoog.
Ook om mijn gemoedstoestand te beschrijven
verstoren”. hebben ze speciale woorden. Zo kan ik ‘riegan’ zijn
(ook weer met de g van garçon); dan ben ik nogal ge-
agiteerd. Ook kan ik ‘rahrgan’ zijn, dan ben ik extreem
mannelijk én vrouwelijk. Sommige taalkundigen wijzen geagiteerd. Andere gemoedstoestanden ken ik niet,
er overigens op dat het zuiden van Italië niet geëmanci- althans volgens mijn kinderen.
peerder is dan het noorden: het is dus zeker niet zo dat Mijn zoons noemen mij trouwens ‘mem’. Niet dat
het gebruik van genderneutrale taal automatisch voert wij Friese roots hebben, maar mijn zoons hoorden
naar seksegelijkheid. ooit, misschien wel tien jaar geleden, in de trein een
In Spanje bemoeit ook de Koninklijke Academie zich Fries jongetje aan zijn moeder vragen: ‘Mem, wat is
intensief met het debat, vooral door de voorstanders Utrecht?’, en dat is ze om onduidelijke redenen altijd
van iedere verandering te bespotten vanwege hun bijgebleven. Sindsdien spreken ze mij aan met ‘mem’
pogingen de taal te forceren. De Italiaanse academie, (ook vragen ze mij nog steeds vrij vaak: ‘Mem, wat is
de Accademia della Crusca, heeft traditioneel een wat Utrecht?’).
minder sturende rol. Ik vind het niet erg om ‘mem’ te heten. Er zijn
Voor de taalkundig geïnteresseerde (m/v) is al dit ook moeders die ‘wat eten we?’ genoemd worden,
geworstel overal boeiend om te zien. Juist het soort taal- of ‘kutwijf’. Dan kom ik er nog genadig vanaf. Wel ONZE TAAL 2021 — 7/8
elementen waar het hier om gaat – voornaamwoorden, jammer dat ze alles wat ik te berde breng, altijd
achtervoegsels, uitgangen van bijvoeglijk naamwoorden afdoen als ‘memsplaining’, maar daar heb ik in-
– veranderen normaliter niet zo snel. Het is veel gemak- middels mee leren leven.
kelijker om een nieuw zelfstandig woord in te voeren
dan zo’n klein taalelementje met vooral een grammati-
cale functie. Het is een discussie die nog decennia zal SYLVIA WITTEMAN
duren. Dat worden interessante decennia. 33