Page 32 - OnzeTaal_jan2020_HR
P. 32

DICHTPLAATSEN  INGMAR HEYTZE

            Dichter Ingmar Heytze over stijlfiguren, of ‘dichtplaatsen’, zoals hij ze ook wel noemt.



            De dierlijke wijs






                  ent u de culthit ‘Orang oetang’ van Joost Belin-  Wilmink laat een oma reïncarneren als “een tijger die
                  fante en Joost Nuissl nog? Een man in de dieren-  wraak neemt” voor een moeilijk leven van aanpassen en
            K tuin stort zijn hart uit tegen een orang-oetang   inschikken, Menno Wigman verklaart over een geliefde:
            die niets anders doet dan naar hem staren: “Orang   “ik ben haar hond, ik kwispel als / zij komt. Meer nog
            oetang / Ouwe orang oetang / Met je autoband en je    dan ze denkt.” Jan Hanlo neemt afscheid van een huis-
            banaan / Orang oetang / Ouwe orang oetang / Kijk me   dier in het fantastisch directe ‘Hond met bijnaam Knak’,
            niet zo aan!” Iets in de blik van het dier is zó onthut-  dat zo begint: “God, zegen Knak / Hij is nu dood / Zijn
            send dat de hoofdpersoon de ene bekentenis na de    tong, verhemelte, was rood / Toen was het wit / Toen was
            andere doet: “Ik heb maar één keer vals gespeeld,    hij dood”.
            niet eens gewonnen”, “Ik heb maar twee keer met       Paul Snoek gaat nog een stap verder in ‘Verhaal van
            een andere vrouw gevreeën”, “Ik heb maar één keer   een ooggetuige’, dat ik een tijd geleden als daggedicht
            van m’n leven wat gestolen”, “Ik heb maar één keer   te lezen kreeg via de mailinglijst Laurens Jz. Coster van
            van m’n leven echt gelogen.”                     Raymond Noë. Snoek verwisselt zeehonden en mensen,
               Als dichter kun je om vele redenen dieren opvoeren.   met een bijzonder ongemakkelijk resultaat – tenminste,
            De meest voor de hand liggende is het dier als spiegel   voor de mens.
            voor de mens, zoals in bovenstaand voorbeeld. Een
            andere is het dier als drager van een of meer menselijke   Op zeker ogenblik schoudert een zeehond zijn geweer
            eigenschappen, wat je ‘de fabelachtige wijs’ zou kunnen   en hoewel hij weet dat op het doden van mensen
            noemen. In de klassieker ‘Het lied der dwaze bijen’ van   zware straffen staan,
            Martinus Nijhoff streven bijen nogal menselijk naar het   gaande van 500 dollar tot een jaar hechtenis,
            hogere. Uiteraard loopt dat slecht af: “Het sneeuwt, wij   legt hij een rechtstaande man,
            zijn gestorven, / het sneeuwt tussen de korven.”   de mooiste van allen,
               Het kost geen moeite om een hele ark vol te vinden,   neer.
            met evenzovele dichterlijke toepassingen. Willem




            MATTHIAS GIESEN

























      ONZE TAAL 2020  —  1












    32
   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36