Waarom zitten er vrouwelijke naamvalsuitgangen in Zijne Majesteit en Zijner Majesteits, terwijl de koning een man is?
Doordat het woord majesteit vrouwelijk is, krijgt het bezittelijk voornaamwoord in de vaste oude taalvormen Zijne Majesteit en Hare Majesteit een vrouwelijke uitgang.
De uitgang van het bezittelijk voornaamwoord hangt niet af van de persoon of de zaak waarnaar zijn of haar verwijst, maar door het geslacht van het woord dat erachter staat - hier dus het vrouwelijke majesteit. Daarom is het ook haars inziens en onzes inziens (vanwege het inzien, een onzijdig woord) en Zijne Excellentie (omdat excellentie vrouwelijk is).
Zijner Majesteits is de voluit geschreven vorm van de afkorting Zr.Ms., die voor de namen van de oorlogsschepen van de Nederlandse Koninklijke Marine staat - bijvoorbeeld de Zr.Ms. Van Speijk en de Zr.Ms. Vlaardingen. In Zijner Majesteits komt er een s achter majesteit omdat de bezitsvorm niet achter maar vóór het zelfstandig naamwoord (in dit geval de scheepsnaam) staat. Ook zijn (en vroeger haar in Harer Majesteits) krijgt hier een tweedenaamvalsuitgang; bij vrouwelijke woorden is dat -er.
Zijne Majesteit is een formeel predicaat van de koning, zoals Hare Majesteit dat van de koningin was. Het wordt onder meer gebruikt in de adressering van post en bij officiële aankondigingen: Zijne Majesteit de Koning en Hare Majesteit de Koningin.
Blij met deze uitleg?
Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!