Het is inderdaad opvallend dat we spreken van de begane grond en daarna van de eerste verdieping, en niet van de eerste verhoging.

De oorsprong van de benaming verdieping ligt in de late middeleeuwen, zo vermeldt het Etymologisch Woordenboek van het Nederlands. De huizen hadden tot die tijd vaak alleen een begane grond en een zolder. Die zolder (vlak onder de kap van de woning) was een lage ruimte: je kon er niet staan. Doordat men de vloer van de zolder ging verlagen (‘verdiepen’), werd de ruimte hoger en werd de zolder daardoor bruikbaarder. Zo’n zolder met een lagere vloer werd een zolder met verdiep genoemd. Toen er huizen kwamen met meer etages, raakte verdieping in gebruik voor álle woonlagen van een huis of gebouw.

In België is het woord verdiep overigens nog steeds in gebruik. In Nederland is verdieping veel gebruikelijker. Mogelijk is het beïnvloed door vliering.

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag