Zomers en ’s zomers zijn allebei juist in de betekenis ‘in de zomer’. Dat lijkt onlogisch als je dit woordpaar vergelijkt met ’s winters en winters, want alleen s winters is juist in de betekenis ‘in de winter’. Een zin als ‘We gaan winters nooit naar het strand’ is onjuist.

Zomers komt echter al eeuwenlang voor in de betekenis ‘in de zomer’. Het historische Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) vermeldt het al en geeft een citaat uit 1614 waarin het voorkomt: “De Vlo is een dierken dat Somers int gemeen, is Den Mensche quellende, als hy ruste begheert” (‘de vlo is een diertje dat de mens in de zomer vaak kwelt, net als die naar rust verlangt’).

Wel is een zin als ‘We gaan zomers naar het strand’ dubbelzinnig. Je kunt deze zin opvatten als ‘In de zomer gaan we naar het strand’, maar ook als ‘We gaan zomers gekleed naar het strand.’ Meestal zal uit de context wel blijken wat er bedoeld is. Als je bang bent voor verwarring, kies dan voor ‘We gaan ’s zomers naar het strand’ als ‘in de zomer’ bedoeld is.

Dinsdags en donderdags

In ’s avonds, ’s winters, ’s morgens, ’s ochtends en ’s nachts blijft de ’s staan, maar in bijvoorbeeld dinsdags en donderdags is hij verdwenen, omdat de combinatie van s en d niet goed uitspreekbaar is.

’s Maandags

Maandags en ’s maandags, woensdags en ’s woensdags, vrijdags en ’s vrijdags, zaterdags en ’s zaterdags, en zondags en ’s zondags zijn allemaal juist. Een paar voorbeelden:

  • Sammie loopt woensdags en zondags hard.
  • Sammie loopt ’s woensdags en ’s zondags hard.
  • Vrijdags en zaterdags gaat dat winkeltje eerder dicht, en maandags is het gesloten.
  • ’s Vrijdags en ’s zaterdags gaat dat winkeltje eerder dicht, en ’s maandags is het gesloten.

Voor samenstellingen als (’s) maandagsmorgens, (’s) dinsdagsmiddags, (’s) woensdagsavonds en dergelijke geldt hetzelfde. De ’s mag erbij, maar dat hoeft niet.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag