Komkommertijd is een aanduiding voor de rustige zomerperiode, waarin er weinig nieuws en weinig handel is.

Het woord wordt tegenwoordig vooral gebezigd in de media, die er bovendien inhoud aan geven door berichten te brengen die buiten de komkommertijd geen nieuwswaarde zouden hebben. Het komkommerseizoen was voorheen altijd in de zomer – voor de kwekers een drukke tijd, maar in veel andere vakgebieden was er dan juist niets te doen. Omdat die seizoenen samenvielen, werd komkommertijd meer en meer geassocieerd met het gebrek aan nieuws en activiteiten.

Waar het woord komkommertijd precies vandaan komt, is niet helemaal zeker. Volgens sommige bronnen is het een leenvertaling van het Engelse cucumber time, dat vroeger in de zomermaanden door kleermakers werd gebruikt. Maar dat is later vervangen door het inmiddels ook weer verdwenen taylor’s holiday, en niemand kent nog het woord cucumber time. Etymologen achten het inmiddels waarschijnlijker dat komkommertijd is gevormd naar voorbeeld van het Duitse Sauregurkenzeit, een woord uit de 18e eeuw. De oudste vindplaats in het Nederlands is (vooralsnog) uit 1787. Vanaf halverwege de negentiende eeuw wordt het woord volop gebruikt; zo had Multatuli het over “in ‘t hartje van den komkommertyd”.

In 1845 werd er in de Vlissingsche courant in een artikel over “Politieke komkommertijd” het volgende over gezegd:

Komkommertijd is, gelijk uit den aard der zaak volgt, de tijd, waarop deze vrucht wast en rijp wordt; doch dit woord heeft ook eene andere beteekenis, waarbij wij thans een oogenblik willen stilstaan. Men noemt komkommertijd, ook het bepaald, ieder jaar terugkeerend tijdstip, waarin in het een of ander vak van handel, bedrijf of nering minder drukte, minder vertier heerscht, dan gewoonlijk. Bijna iedere handelstak, schier elke betrekking in de maatschappij heeft haren komkommertijd, een tijd, dat deze of gene handelswaren, of voortbrengselen van nijverheid om verschillende redenen minder verbruikt, in minder getale omgezet worden, dan gewoonlijk. (...) Zoo heeft ook de politieke wereld haren komkommertijd; en dit is in ons Vaderland de tijd, waarop de Leden der Staten-Generaal niet zijn vergaderd, en er dus weinig leven in de Staats-brouwerij is.”

Varianten van komkommertijd komen in diverse andere talen voor, zoals het Noors en Deens (agurk(e)tid, ‘augurkentijd, komkommertijd’), het Duits (Sauregurkenzeit, ‘zurebommentijd’) en het Pools (sezon ogórkowy, ‘komkommerseizoen’). Vrijwel iedere taal heeft wel een woord voor deze karige zomertijd: la morte-saison (Frans), the dull season, the silly season (Engels) en the big gooseberry time (‘kruisbessenseizoen’, Amerikaans). In het Zweeds (nyhetstorka, ‘nieuwsdroogte’) en het Duits (Sommerloch, ‘zomergat’) bestaan woorden die zelf al een duidelijk negatieve lading hebben.

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag