Van sommige plaatsnamen kan op twee (of meer) manieren het bijvoeglijk naamwoord gevormd worden. Naast Groninger/Groningse komen bijvoorbeeld voor: Gelders/Gelderlands, Geleens/Geleender/Gelener, Doesburger/Doesburgs, Edammer/Edams, Duinkerker/Duinkerk(en)s, Schiedammer/Schiedams.

Er wordt in de praktijk soms verschil gemaakt tussen Groninger en Gronings: de Groningse hoofdofficier slaat dan op een hoofdofficier die uit Groningen komt, terwijl de Groninger hoofdofficier eerder verwijst naar ‘de hoofdofficier van Groningen’ (als unieke functie). Overigens voelt lang niet iedereen dit onderscheid aan; het is dan ook niet per se nodig het toe te passen.

In vaste verbindingen, zoals Groninger koekEdammer kaas en Enkuizer almanak, is de vorm met -er het gebruikelijkst.

Inwonernamen

Let op: deze keuzevrijheid geldt alleen voor het bijvoeglijk naamwoord. De inwonernaam ligt meestal wel vast: een mannelijke inwoner van Groningen is een Groninger, een vrouw is een Groningse. Maar ook bij inwonernamen komen soms varianten voor. Zo kan een man uit Gelderland aangeduid worden met Gelderlander, maar ook met Geldersman.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 5 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar.

Stel hier je vraag