werkwoord betekenis onvoltooid
tegenwoordige tijd
onvoltooid
verleden tijd
voltooid deelwoord
zaalhockeyen zaalhockey spelen ik zaalhockey, jij/hij zaalhockeyt jij/hij zaalhockeyde gezaalhockeyd

werkwoord betekenis onvoltooid
tegenwoordige tijd
onvoltooid
verleden tijd
voltooid deelwoord
zaalhockeyen zaalhockey spelen ik zaalhockey, jij/hij zaalhockeyt jij/hij zaalhockeyde gezaalhockeyd
werkwoord betekenis onvoltooid
tegenwoordige tijd
onvoltooid
verleden tijd
voltooid deelwoord
zaalhockeyen zaalhockey spelen ik zaalhockey, jij/hij zaalhockeyt jij/hij zaalhockeyde gezaalhockeyd
zandsurfen op een soort surfplank vanaf een zandduin naar beneden glijden

ik zandsurf, jij/hij zandsurft

jij/hij zandsurfte/ zandsurfde gezandsurft/ gezandsurfd
zappen van tv-zender naar tv-zender schakelen ('kanaalzwemmen') ik zap, jij/hij zapt jij/hij zapte gezapt
zenderhoppen zie zappen ik zenderhop, jij/hij zenderhopt jij/hij zenderhopte gezenderhopt
zerofillen alle data op een computerschijf overschrijven ik zerofill, jij/hij zerofillt jij/hij zerofillde gezerofilld
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: ik zerofil, jij/hij zerofilt jij/hij zerofilde gezerofild
zippen bestanden kleiner maken, comprimeren ik zip, jij/hij zipt jij/hij zipte gezipt
zoomen fotograferen met een zoomlens; het beeld dichterbij halen ik zoom, jij/hij zoomt jij/hij zoomde gezoomd

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail