Engelse werkwoorden met een g (Nederlandse vervoeging)
werkwoord | betekenis |
onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gamen | computerspelletjes spelen | ik game, jij/hij gamet | jij/hij gamede | gegamed |
gangbangen | groepsseks hebben | ik gangbang, jij/hij gangbangt | jij/hij gangbangde | gegangbangd |
gaybashen | homo's uitschelden en/of in elkaar slaan | ik gaybash, jij/hij gaybasht | jij/hij gaybashte | gegaybasht |
genderbenden | het gedrag van de andere sekse overnemen | ik genderbend, jij/hij genderbendt | jij/hij genderbendde | gegenderbend |
geotaggen | het toevoegen van lengte- en breedtecoördinaten aan bijvoorbeeld foto's, video's of websites | ik geotag, jij/hij geotagt | jij/hij geotagde | gegeotagd |
globetrotten | over de hele wereld reizen | ik globetrot, jij/hij globetrot | jij/hij globetrotte | geglobetrot |
glossen | (lippen) met gloss insmeren | ik gloss, jij/hij glosst | jij/hij glosste | geglosst |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik glos, jij/hij glost | jij/hij gloste | geglost | |
gmailen | e-mailen met Gmail | ik gmail, jij/hij gmailt | jij/hij gmailde | ge-gmaild |
golddiggen | een partner uitkiezen om zijn rijkdom | ik golddig, jij/hij golddigt | jij/hij golddigde | gegolddigd |
golfen | golf spelen | ik golf, jij/hij golft | jij/hij golfde/ golfte | gegolfd/ gegolft |
golfsurfen | zich staande op een plank op de golven van de branding naar het strand laten glijden | ik golfsurf, jij/hij golfsurft | jij/hij golfsurfte/ golfsurfde | gegolfsurft/ gegolfsurfd |
google+'en | actief zijn op Google+ | ik google+, jij/hij google+'t | jij/hij google+'te | gegoogle+'t |
Ook mogelijk: googleplussen | ik googleplus, jij/hij googleplust | jij/hij googlepluste | gegoogleplust | |
googlen | informatie zoeken op internet | ik google, jij/hij googlet | jij/hij googlede | gegoogled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: googelen | ik googel, jij/hij googelt | jij/hij googelde | gegoogeld | |
gossipen | roddelen | ik gossip, jij/hij gossipt | jij/hij gossipte | gegossipt |
grabben | grijpen | ik grab, jij/hij grabt | jij/hij grabde | gegrabd |
greenwashen | een groen imago geven | ik greenwash, jij/hij greenwasht | jij/hij greenwashte | gegreenwasht |
grillen | roosteren | ik gril, jij/hij grilt | jij/hij grilde | gegrild |
grooven | zich vermaken | ik groove, jij/hij groovet | jij/hij groovede | gegrooved |
grouten | bepaalde techniek toepassen bij het verstevigen van funderingen | ik grout, jij/hij grout | jij/hij groutte | gegrout |
growlen | met een keelstem zingen | ik growl, jij/hij growlt | jij/hij growlde | gegrowld |
grunten | een grommend zanggeluid voortbrengen | ik grunt, jij/hij grunt | jij/hij gruntte | gegrunt |
gsm'en | mobiel bellen | ik gsm, jij/hij gsm't | jij/hij gsm'de | ge-gsm'd |
Toch nog een vraag?
Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar
Bel 085 00 28 428(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)
Of stel je vraag via social media of per mail