werkwoord | betekenis | onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samplen | een digitaal muziekfragment maken/gebruiken | ik sample, jij/hij samplet | jij/hij samplede | gesampled |
sandboarden | surfen vanaf een zandheuvel | ik sandboard, jij/hij sandboardt | jij/hij sandboardde | gesandboard |
sandwichen | gemangeld worden; bepaalde manier van tv-programma's programmeren | ik sandwich, jij/hij sandwicht | jij/hij sandwichte | gesandwicht |
saven | opslaan | ik save, jij/hij savet | jij/hij savede | gesaved |
scammen | geld aftroggelen | ik scam, jij/hij scamt | jij/hij scamde | gescamd |
scannen | digitaal laten lezen; snel lezen; automatisch laten doorzoeken | ik scan, jij/hij scant | jij/hij scande | gescand |
scalen | schalen | ik scale, jij/hij scalet | jij/hij scalede | gescaled |
scatten | improviserend betekenisloze lettergrepen zingen | ik scat, jij/hij scat | jij/hij scatte | gescat |
scooteren | met een scooter rijden | ik scooter, jij/hij scootert | jij/hij scooterde | gescooterd |
schedulen | plannen | ik schedule, jij/hij schedulet | jij/hij schedulede | gescheduled |
scoopen | opvallend nieuws publiceren | ik scoop, jij/hij scoopt | jij/hij scoopte | gescoopt |
scoren | een doelpunt maken, in de wacht slepen | ik scoor, jij/hij scoort | jij/hij scoorde | gescoord |
scrabbelen | scrabble spelen | ik scrabbel, jij/hij scrabbelt | jij/hij scrabbelde | gescrabbeld |
scramblen | berichten digitaal versleutelen | ik scramble, jij/hij scramblet | jij/hij scramblede | gescrambled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: scrambelen | ik scrambel, jij/hij scrambelt | jij/hij scrambelde | gescrambeld | |
scrapen | content van websites halen (en zelf gebruiken) | ik scrape, jij/hij scrapet | jij/hij scrapete | gescrapet |
scratchen | een lp/plaat onder een naald van een pick-up heen en weer bewegen | ik scratch, jij/hij scratcht | jij/hij scratchte | gescratcht |
screenen | onderzoeken | ik screen, jij/hij screent | jij/hij screende | gescreend |
scripten | een draaiboek schrijven | ik script, jij/hij script | jij/hij scriptte | gescript |
scrollen | een pagina over het computerscherm laten rollen | ik scroll, jij/hij scrollt | jij/hij scrollde | gescrolld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik scrol, jij/hij scrolt | jij/hij scrolde | gescrold | |
scrubben | de huid masseren | ik scrub, jij/hij scrubt | jij/hij scrubde | gescrubd |
sealen | luchtdicht verpakken, verzegelen | ik seal, jij/hij sealt | jij/hij sealde | geseald |
searchen | zoeken | ik search, jij/hij searcht | jij/hij searchte | gesearcht |
secondlifen | het spel SecondLife spelen; een tweede, virtueel leven leiden | ik secondlife, jij/hij secondlifet | jij/hij secondlifete | gesecondlifet |
sellen | verkopen | ik sell, jij/hij sellt | jij/hij sellde | geselld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik sel, jij/hij selt | jij/hij selde | geseld | |
sensen | voelen, registreren | ik sense, jij/hij senst | jij/hij senste | gesenst |
In de officiële spelling: | ik sense, jij/hij senset | jij/hij sensete | gesenset | |
sequencen | volgorde bepalen | ik sequence, jij/hij sequencet | jij/hij sequencete | gesequencet |
serven | (bv. bij tennis) opslaan | ik serve, jij/hij servet | jij/hij servede | geserved |
servicen | onderhoudsbeurt geven, de service verzorgen | ik service, jij/hij servicet | jij/hij servicete | geservicet |
settelen | vestigen; afhandelen | ik settel, jij/hij settelt | jij/hij settelde | gesetteld |
setten | instellen; regelen | ik set, jij/hij set | jij/hij sette | geset |
set-uppen | opslaan | ik set-up, jij/hij set-upt | jij/hij set-upte | geset-upt |
sexten | seksueel getinte tekstberichten en foto's sturen | ik sext, jij/hij sext | jij/hij sextte | gesext |
shaken | schudden | ik shake, jij/hij shaket | jij/hij shakete | geshaket |
shampooën | wassen/schoonmaken met shampoo | ik shampoo, jij/hij shampoot | jij/hij shampoode | geshampood |
shapen | modelleren | ik shape, jij/hij shapet | jij/hij shapete | geshapet |
sharen | delen | ik share, jij/hij sharet | jij/hij sharede | geshared |
shaven | scheren (met een elektrisch apparaat) | ik shave, jij/hij shavet | jij/hij shavede | geshaved |
shelteren | schuilen; beschutten | ik shelter, jij/hij sheltert | jij/hij shelterde | geshelterd |
shiften | verwisselen; verschuiven | ik shift, jij/hij shift | jij/hij shiftte | geshift |
shimmyen | slingeren onder het rijden/vliegen | ik shimmy, jij/hij shimmyt | jij/hij shimmyde | geshimmyd |
shinen | stralen, schitteren, vlammen | ik shine, jij/hij shinet | jij/hij shinede | geshined |
shippen | verzenden, vaak van een via internet besteld product | ik ship, jij/hij shipt | jij/hij shipte | geshipt |
shocken | choqueren; een shockbehandeling toepassen | ik shock, jij/hij shockt | jij/hij shockte | geshockt |
shooten | een fotoreportage maken | ik shoot, jij/hij shoot | jij/hij shootte | geshoot |
shopliften | winkeldiefstallen plegen | ik shoplift, jij/hij shoplift | jij/hij shopliftte | geshoplift |
shoppen | winkelen; verschillende aanbiedingen vergelijken | ik shop, jij/hij shopt | jij/hij shopte | geshopt |
shortcoveren | financiële positie afdekken | ik shortcover, jij/hij shortcovert | jij/hij shortcoverde | geshortcoverd |
shorten | aandelen verkopen die men niet bezit om ze later tegen een lagere koers in te kopen | ik short, jij/hij short | jij/hij shortte | geshort |
shortsellen | aandelen verkopen in de verwachting dat de koers zal gaan dalen | ik shortsell, jij/hij shortsellt | jij/hij shortsellde | geshortselld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik shortsel, jij/hij shortselt | jij/hij shortselde | geshortseld | |
shorttracken | schaatsen op een kleine baan | ik shorttrack, jij/hij shorttrackt | jij/hij shorttrackte | geshorttrackt |
shotten | verdovende middelen injecteren | ik shot, jij/hij shot | jij/hij shotte | geshot |
showen | tonen; zich uitsloven | ik show, jij/hij showt | jij/hij showde | geshowd |
shredden | vernietigen; versnipperen | ik shred, jij/hij shredt | jij/hij shredde | geshred |
shredderen | vernietigen; versnipperen | ik shredder, jij/hij shreddert | jij/hij shredderde | geshredderd |
shufflen | herschikken | ik shuffle, jij/hij shufflet | jij/hij shufflede | geshuffled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: shuffelen | ik shuffel, jij/hij shuffelt | jij/hij shuffelde | geshuffeld | |
shunten | parallel schakelen | ik shunt, jij/hij shunt | jij/hij shuntte | geshunt |
shuttlen | pendelen | ik shuttle, jij/hij shuttlet | jij/hij shuttlede | geshuttled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: shuttelen | ik shuttel, jij/hij shuttelt | jij/hij shuttelde | geshutteld | |
sightseeën | bezienswaardigheden bezoeken | ik sightsee, jij/hij sightseet | jij/hij sightseede | gesightseed |
sit-uppen | buikspieroefeningen doen | ik sit-up, jij/hij sit-upt | jij/hij sit-upte | gesit-upt |
singlen | een enkelspel spelen | ik single, jij/hij singlet | jij/hij singlede | gesingled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: singelen | ik singel, jij/hij singelt | jij/hij singelde | gesingeld | |
skateboarden | rijden op een plank met wieltjes | ik skateboard, jij/hij skateboardt | jij/hij skateboardde | geskateboard |
skaten | schaatsen | ik skate, jij/hij skatet | jij/hij skatete | geskatet |
skeeleren | rolschaatsen | ik skeeler, jij/hij skeelert | jij/hij skeelerde | geskeelerd |
skiffen | roeien in een skiff | ik skiff, jij/hij skifft | jij/hij skiffte | geskifft |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik skif, jij/hij skift | jij/hij skifte | geskift | |
skimboarden | surfen op een surfplank die in ondiep water wordt gegooid voordat men erop springt | ik skimboard, jij/hij skimboardt | jij/hij skimboardde | geskimboard |
skimmen | magneetstrip van een betaalpasje kopiëren | ik skim, jij/hij skimt | jij/hij skimde | geskimd |
skinnydippen | naakt pootjebaden | ik skinnydip, jij/hij skinnydipt | jij/hij skinnydipte | geskinnydipt |
skippen | overslaan | ik skip, jij/hij skipt | jij/hij skipte | geskipt |
skippyen | met een skippybal springen | ik skippy, jij/hij skippyt | jij/hij skippyde | geskippyd |
skydiven | een vrije val maken alvorens de parachute te openen | ik skydive, jij/hij skydivet | jij/hij skydivede | geskydived |
skypen | telefoneren via internet | ik skype, jij/hij skypet | jij/hij skypete | geskypet |
skysurfen | uit een vliegtuig of luchtballon springen met een board aan de voeten | ik skysurf, jij/hij skysurft | jij/hij skysurfte/ skysurfde | geskysurft/ geskysurfd |
slacklinen | balanceren op het slappe touw (als sport) | ik slackline, jij/hij slacklinet | jij/hij slacklinede | geslacklined |
slamdancen | dansen met hoge sprongen | ik slamdance, jij/hij slamdancet | jij/hij slamdancete | geslamdancet |
slammen | poëzie rappen op een podium | ik slam, jij/hij slamt | jij/hij slamde | geslamd |
slenderen | afvallen | ik slender, jij/hij slendert | jij/hij slenderde | geslenderd |
slicen | in plakken snijden; (tennis) de bal met een terugdraaiend effect slaan | ik slice, jij/hij slicet | jij/hij slicete | geslicet |
sliden | een sliding maken | ik slide, jij/hij slidet | jij/hij slidede | geslided |
slippen | schuiven, wegglijden, uitglijden | ik slip, jij/hij slipt | jij/hij slipte | geslipt |
slitten | sleuven stansen in golfkarton | ik slit, jij/hij slit | jij/hij slitte | geslit |
slopestylen | sport waarbij men tijdens een afdaling acrobatische sprongen moet maken (o.m. bij skiën en mountainbiken) | ik slopestyle, jij/hij slopestylet | jij/hij slopestylede | geslopestyled |
slowen | langzaam dansen | ik slow, jij/hij slowt | jij/hij slowde | geslowd |
smashen | een smash slaan | ik smash, jij/hij smasht | jij/hij smashte | gesmasht |
smilen | glimlachen | ik smile, jij/hij smilet | jij/hij smilede | gesmiled |
smirten | flirten tijdens het roken | ik smirt, jij/hij smirt | jij/hij smirtte | gesmirt |
smoothen | verzachten; egaler maken | ik smooth, jij/hij smootht | jij/hij smoothte/ smoothde | gesmootht/ gesmoothd |
sms'en | een sms-bericht sturen | ik sms, jij/hij sms't | jij/hij sms'te | ge-sms't |
snacken | tussendoortjes eten | ik snack, jij/hij snackt | jij/hij snackte | gesnackt |
snailmailen | per gewone post versturen | ik snailmail, jij/hij snailmailt | jij/hij snailmailde | gesnailmaild |
snapchatten | iets delen/versturen via Snapchat; gebruikmaken van Snapchat | ik snapchat, jij/hij snapchat | jij/hij snapchatte | gesnapchat |
snappen | iets delen/versturen via Snapchat; gebruikmaken van Snapchat | ik snap, jij/hij snapt | jij/hij snapte | gesnapt |
sneaken | sluipen, stiekem ergens op afgaan of vandaan gaan | ik sneak, jij/hij sneakt | jij/hij sneakte | gesneakt |
sneeuwsurfen | surfen over de sneeuw | ik sneeuwsurf, jij/hij sneeuwsurft | jij/hij sneeuwsurfte/ sneeuwsurfde | gesneeuwsurft/ gesneeuwsurfd |
sneldaten | een aantal zeer korte ontmoetingen achter elkaar houden | ik sneldate, jij/hij sneldatet | jij/hij sneldatete | gesneldatet |
sniffen | (computer)gegevens 'uit de lucht plukken' | ik sniff, jij/hij snifft | jij/hij sniffte | gesnifft |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik snif, jij/hij snift | jij/hij snifte | gesnift | |
snookeren | snooker spelen | ik snooker, jij/hij snookert | jij/hij snookerde | gesnookerd |
snoozen | soezen in bed voor het opstaan; een wekker met tussenpozen laten afgaan | ik snooze, jij/hij snoozet | jij/hij snoozede | gesnoozed |
snowboarden | sneeuwsurfen | ik snowboard, jij/hij snowboardt | jij/hij snowboardde | gesnowboard |
socceren | voetbal spelen | ik soccer, jij/hij soccert | jij/hij soccerde | gesoccerd |
socializen | informeel contact hebben met anderen | ik socialize, jij/hij socializet | jij/hij socializede | gesocialized |
sofasurfen | tijdens reizen bij de lokale bevolking overnachten | ik sofasurf, jij/hij sofasurft | jij/hij sofasurfte/ sofasurfde | gesofasurft/ gesofasurfd |
softballen | honkbal met een zachtere bal | ik softbal, jij/hij softbalt | jij/hij softbalde | gesoftbald |
soften | intiem dansen | ik soft, jij/hij soft | jij/hij softte | gesoft |
softsellen | verkopen zonder harde methoden | ik softsell, jij/hij softsellt | jij/hij softsellde | gesoftselld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik softsel, jij/hij softselt | jij/hij softselde | gesoftseld | |
soundchecken | nagaan of de geluidsweergave goed is | ik soundcheck, jij/hij soundcheckt | jij/hij soundcheckte | gesoundcheckt |
soundmixen | geluiden op elkaar afstemmen; bekende liedjes zingen met een muziekband | ik soundmix, jij/hij soundmixt | jij/hij soundmixte | gesoundmixt |
sourcen | bronnen beschikbaar maken | ik source, jij/hij sourcet | jij/hij sourcete | gesourcet |
spacen | uit elkaar plaatsen | ik space, jij/hij spacet | jij/hij spacete | gespacet |
spammen | spam versturen | ik spam, jij/hij spamt | jij/hij spamde | gespamd |
sparren | oefenen met een partner, als oefenpartner fungeren, ideeën uitwisselen | ik spar, jij/hij spart | jij/hij sparde | gespard |
spawnen | voortbrengen; verschijnen in computerspel | ik spawn, jij/hij spawnt | jij/hij spawnde | gespawnd |
spearfishen | speervissen | ik spearfish, jij/hij spearfisht | jij/hij spearfishte | gespearfisht |
speechen | een toespraak houden | ik speech, jij/hij speecht | jij/hij speechte | gespeecht |
speeddaten | een aantal zeer korte ontmoetingen achter elkaar houden | ik speeddate, jij/hij speeddatet | jij/hij speeddatete | gespeeddatet |
speeddialen | snel verbinding maken, met een sneltoets een nummer kiezen | ik speeddial, jij/hij speeddialt | jij/hij speeddialde | gespeeddiald |
speedsurfen | met zeer hoge snelheid surfen | ik speedsurf, jij/hij speedsurft | jij/hij speedsurfte/ speedsurfde | gespeedsurft/ gespeedsurfd |
spenden | uitgeven | ik spend, jij/hij spendt | jij/hij spendde | gespend |
spideren | met bepaalde software het internet systematisch doorzoeken | ik spider, jij/hij spidert | jij/hij spiderde | gespiderd |
spimmen | spam versturen via chatsites of chatprogramma's | ik spim, jij/hij spimt | jij/hij spimde | gespimd |
spinnen | in een spin raken, tollen; de publieke opinie beïnvloeden; op een spinner sporten | ik spin, jij/hij spint | jij/hij spinde | gespind |
splashen | spetteren | ik splash, jij/hij splasht | jij/hij splashte | gesplasht |
splitten | uit elkaar gaan | ik split, jij/hij split | jij/hij splitte | gesplit |
spoilen | bederven | ik spoil, jij/hij spoilt | jij/hij spoilde | gespoild |
sponsoren | financieel ondersteunen | ik sponsor, jij/hij sponsort | jij/hij sponsorde | gesponsord |
spoofen | je via een alias op internet presenteren | ik spoof, jij/hij spooft | jij/hij spoofte | gespooft |
spoolen | dataverkeer regelen | ik spool, jij/hij spoolt | jij/hij spoolde | gespoold |
sporten | aan sport doen | ik sport, jij/hij sport | jij/hij sportte | gesport |
spotten | opmerken; bespieden | ik spot, jij/hij spot | jij/hij spotte | gespot |
sprayen | vernevelen; sproeien | ik spray, jij/hij sprayt | jij/hij sprayde | gesprayd |
spreadsheeten | een spreadsheet maken, met spreadsheets werken | ik spreadsheet, jij/hij spreadsheet | jij/hij spreadsheette | gespreadsheet |
sprinten | snel rennen/fietsen/schaatsen e.d. over een korte afstand | ik sprint, jij/hij sprint | jij/hij sprintte | gesprint |
spurten | zich haasten, rennen | ik spurt, jij/hij spurt | jij/hij spurtte | gespurt |
squashen | squash spelen | ik squash, jij/hij squasht | jij/hij squashte | gesquasht |
squatten | een domein kapen op internet; een kniebuiging maken met een gewicht op je nek | ik squat, jij/hij squat | jij/hij squatte | gesquat |
squirten | spuitend klaarkomen (van een vrouw) | ik squirt, jij/zij squirt | jij/zij squirtte | gesquirt |
stacken | stapelen; vetverbranders gebruiken | ik stack, jij/hij stackt | jij/hij stackte | gestackt |
stagediven | vanaf een podium in het publiek duiken | ik stagedive, jij/hij stagedivet | jij/hij stagedivede | gestagedived |
stagen | opvoeren op het toneel; | ik stage, jij/hij staget | jij/hij stagede | gestaged |
stalken | iemand hinderlijk volgen; steeds lastigvallen | ik stalk, jij/hij stalkt | jij/hij stalkte | gestalkt |
stand-uppen | als stand-up-comedian optreden | ik stand-up, jij/hij stand-upt | jij/hij stand-upte | gestand-upt |
starten | beginnen, op gang brengen | ik start, jij/hij start | jij/hij startte | gestart |
stashen | in het geheim opslaan | ik stash, jij/hij stasht | jij/hij stashte | gestasht |
stayeren | als stayer rijden/schaatsen | ik stayer, jij/hij stayert | jij/hij stayerde | gestayerd |
steamen | met geweld afpersen | ik steam, jij/hij steamt | jij/hij steamde | gesteamd |
steeplechasen | aan een steeplechase meedoen | ik steeplechase, jij/hij steeplechaset | jij/hij steeplechasete | gesteeplechaset |
stencilen | afdrukken | ik stencil, jij/hij stencilt | jij/hij stencilde | gestencild |
stenotypen | stenogrammen opnemen en uitwerken | ik stenotyp, jij/hij stenotypt | jij/hij stenotypte | gestenotypt |
steppen | fitness doen door op en van een bankje te stappen | ik step, jij/hij stept | jij/hij stepte | gestept |
stickeren | stickers plakken | ik sticker, jij/hij stickert | jij/hij stickerde | gestickerd |
stirren | de ingrediënten voor een cocktail roeren | ik stir, jij/hij stirt | jij/hij stirde | gestird |
stockcarracen | aan een hardrijwedstrijd meedoen in een gewone auto | ik stockcarrace, jij/hij stockcarracet | jij/hij stockcarracete | gestockcarracet |
stocken | opslaan | ik stock, jij/hij stockt | jij/hij stockte | gestockt |
stockjobben | handelen in effecten | ik stockjob, jij/hij stockjobt | jij/hij stockjobde | gestockjobd |
stockpicken | kansrijke effecten selecteren | ik stockpick, jij/hij stockpickt | jij/hij stockpickte | gestockpickt |
stonewashen | met stenen wassen om slijtage te suggereren | ik stonewash, jij/hij stonewasht | jij/hij stonewashte | gestonewasht |
storen | opslaan | ik store, jij/hij storet | jij/hij storede | gestored |
straighten | ontkroezen, ontkrullen | ik straight, jij/hij straight | jij/hij straightte | gestraight |
streaken | naakt rondrennen | ik streak, jij/hij streakt | jij/hij streakte | gestreakt |
streamen | tijdens het downloaden beluisteren of bekijken | ik stream, jij/hij streamt | jij/hij streamde | gestreamd |
streetdancen | een acrobatische dans uitvoeren | ik streetdance, jij/hij streetdancet | jij/hij streetdancete | gestreetdancet |
streetracen | een (illegale) hardrijwedstrijd met auto's op straat houden | ik streetrace, jij/hij streetracet | jij/hij streetracete | gestreetracet |
stressen | zich druk maken; zich gehaast gedragen | ik stress, jij/hij stresst | jij/hij stresste | gestresst |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik stres, jij/hij strest | jij/hij streste | gestrest | |
stretchen | rek- en strekoefeningen doen | ik stretch, jij/hij stretcht | jij/hij stretchte | gestretcht |
strippen | blootleggen; een striptease uitvoeren | ik strip, jij/hij stript | jij/hij stripte | gestript |
stunten | onverwachte dingen doen | ik stunt, jij/hij stunt | jij/hij stuntte | gestunt |
stylen | ontwerpen; vormgeven; een bepaalde stijl meegeven | ik style, jij/hij stylet | jij/hij stylede | gestyled |
submitten | onderwerpen; insturen | ik submit, jij/hij submit | jij/hij submitte | gesubmit |
subscriben | zich inschrijven | ik subscribe, jij/hij subscribet | jij/hij subscribede | gesubscribed |
sucken | zuigen; vervelend zijn | ik suck, jij/hij suckt | jij/hij suckte | gesuckt |
suen | voor het gerecht dagen | ik sue, jij/hij suet | jij/hij suede | gesued |
In de officiële spelling: sueën | ik sue, jij/hij suet | jij/hij suede | gesued | |
supervisen | toezicht hebben | ik supervise, jij/hij superviset | jij/hij supervisede | gesupervised |
supplyen | bevoorraden | ik supply, jij/hij supplyt | jij/hij supplyde | gesupplyd |
supporten | steunen | ik support, jij/hij support | jij/hij supportte | gesupport |
surfboarden | op een surfboard zitten | ik surfboard, jij/hij surfboardt | jij/hij surfboardde | gesurfboard |
surfen | plankzeilen | ik surf, jij/hij surft | jij/hij surfte/ surfde | gesurft/ gesurfd |
surrounden | geluid instellen | ik surround, jij/hij surroundt | jij/hij surroundde | gesurround |
surveyen | onderzoeken | ik survey, jij/hij surveyt | jij/hij surveyde | gesurveyd |
survivallen | aan een overlevingstocht meedoen | ik survival, jij/hij survivalt | jij/hij survivalde | gesurvivald |
swappen | ruilen; wisselen | ik swap, jij/hij swapt | jij/hij swapte | geswapt |
sweepen | controleren op de aanwezigheid van afluisterapparatuur | ik sweep, jij/hij sweept | jij/hij sweepte | gesweept |
swingen | dansen; aan partnerruil doen | ik swing, jij/hij swingt | jij/hij swingde | geswingd |
swipen | bladeren op een aanraakscherm | ik swipe, jij/hij swipet | jij/hij swipete | geswipet |
switchen | omschakelen; van plaats wisselen | ik switch, jij/hij switcht | jij/hij switchte | geswitcht |
swypen | 'vegend' typen met Swype op een aanraakscherm | ik swype, jij/hij swypet | jij/hij swypete | geswypet |
syncen | synchroniseren | ik sync, jij/hij synct | jij/hij syncte | gesynct |