werkwoord | betekenis |
onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
nachecken | nagaan | ik check na, jij/hij checkt na | jij/hij checkte na | nagecheckt |
namedroppen | zogenaamd terloops namen van bekendheden als kennissen noemen | ik namedrop, jij/hij namedropt | jij/hij namedropte | genamedropt |
narrowcasten | uitzenden voor een bepaalde doelgroep | ik narrowcast, jij/hij narrowcast | jij/hij narrowcastte | genarrowcast |
nearshoren | werkzaamheden in niet zo verre (lagelonen)landen laten uitvoeren | ik nearshore, jij/hij nearshoret | jij/hij nearshorede | genearshored |
nerden | als een nerd, monomaan, met iets bezig zijn | ik nerd, jij/hij nerdt | jij/hij nerdde | enerd |
nesten | inbedden | ik nest, jij/hij nest | jij/hij nestte | genest |
netcasten | via een netwerk uitzenden | ik netcast, jij/hij netcast | jij/hij netcastte | genetcast |
netflixen | films en series kijken via Netflix | ik netflix, jij/hij netflixt | jij/hij netflixte | genetflixt |
netshoppen | via internet shoppen | ik netshop, jij/hij netshopt | jij/hij netshopte | genetshopt |
netsurfen | informatie zoeken op internet | ik netsurf, jij/hij netsurft | jij/hij netsurfte/ netsurfde | genetsurft/ genetsurfd |
netvertisen | op internet adverteren | ik netvertise, jij/hij netvertiset | jij/hij netvertisede | genetvertised |
nordicwalken | intensieve manier van wandelen waarbij skistokken worden gebruikt | ik nordicwalk, jij/hij nordicwalkt | jij/hij nordicwalkte | genordicwalkt |
nudgen | sturen, een zetje in de goede richting geven | ik nudge, jij/hij nudget | jij/hij nudgete/ nudgede | genudget/ genudged |
nuken | door middel van kernwapens uitschakelen; iemands computer laten crashen | ik nuke, jij/hij nuket | jij/hij nukete | genuket |
numbercrunchen | ingewikkelde berekeningen maken | ik numbercrunch, jij/hij numbercruncht | jij/hij numbercrunchte | genumbercruncht |
nursen | verzorgen; zustertje spelen als seksspel | ik nurse, jij/hij nurset | jij/hij nursete | genurset |