werkwoord | betekenis | onvoltooid tegenwoordige tijd |
onvoltooid verleden tijd |
voltooid deelwoord |
babysitten | oppassen | ik babysit, jij/hij babysit | jij/hij babysitte | gebabysit |
backbouncen | terugsturen | ik backbounce, jij/hij backbouncet | jij/hij backbouncete | gebackbouncet |
backcasten | terugredeneren vanuit de toekomst | ik backcast, jij/hij backcast | jij/hij backcastte | gebackcast |
backen | als back spelen; steun geven; muzikaal begeleiden | ik back, jij/hij backt | jij/hij backte | gebackt |
backfiren | een averechts effect hebben | iets/het backfiret | iets/het backfirede | gebackfired |
backflippen | een salto achterover maken; een URL in een persoonlijk profiel opslaan | ik backflip, jij/hij backflipt | jij/hij backflipte | gebackflipt |
backloaden | afhandelen | ik backload, jij/hij backloadt | jij/hij backloadde | gebackload |
backmasken | boodschappen zo verbergen op muziekdragers dat ze alleen achterstevoren afgespeeld te horen zijn | ik backmask, jij/hij backmaskt | jij/hij backmaskte | gebackmaskt |
backpacken | met een rugzak reizen | ik backpack, jij/hij backpackt | jij/hij backpackte | gebackpackt |
backspacen | de laatst getypte tekens wissen | ik backspace, jij/hij backspacet | jij/hij backspacete | gebackspacet |
backspinnen | terugwaarts draaien | ik backspin, jij/hij backspint | jij/hij backspinde | gebackspind |
backtracken | terugbladeren | ik backtrack, jij/hij backtrackt | jij/hij backtrackte | gebacktrackt |
back-uppen | een reservekopie maken | ik back-up, jij/hij back-upt | jij/hij back-upte | geback-upt |
badgen | van een badge voorzien | ik badge, jij/hij badget | jij/hij badgete/ badgede | gebadget/ gebadged |
badmintonnen | badminton spelen | ik badminton, jij/hij badmintont | jij/hij badmintonde | gebadmintond |
bandyen | een soort van ijshockey beoefenen | ik bandy, jij/hij bandyt | jij/hij bandyde | gebandyd |
bankswitchen | tussen geheugenbanken schakelen | ik bankswitch, jij/hij bankswitcht | jij/hij bankswitchte | gebankswitcht |
bannen | toegang tot een internetforum o.i.d. verbieden | ik ban, jij bant | jij/hij bande | geband |
barbecuen | vlees roosteren | ik barbecue, jij/hij barbecuet | jij/hij barbecuede | gebarbecued |
In de officiële spelling: barbecueën | ik barbecue, jij/hij barbecuet | jij/hij barbecuede | gebarbecued | |
barebacken | anale seks hebben zonder condoom | ik bareback, jij/hij barebackt | jij/hij barebackte | gebarebackt |
bargainhunten | koopjesjagen | ik bargainhunt, jij/hij bargainhunt | jij/hij bargainhuntte | gebargainhunt |
barteren | ruilhandel bedrijven | ik barter, jij/hij bartert | jij/hij barterde | gebarterd |
baseballen | honkballen | ik baseball, jij/hij baseballt | jij/hij baseballde | gebaseballd |
basejumpen | parachutespringen vanaf een hoog gebouw | ik basejump, jij/hij basejumpt | jij/hij basejumpte | gebasejumpt |
basen | gekookte cocaïne roken | ik base, jij/hij baset | jij/hij basede | gebased |
bashen | de grond in boren | ik bash, jij/hij basht | jij/hij bashte | gebasht |
basketballen | basketbal spelen | ik basketbal, jij/hij basketbalt | jij/hij basketbalde | gebasketbald |
batchen | groeperen; pakketteren | ik batch, jij/hij batcht | jij/hij batchte | gebatcht |
battlen | vechten, met name schijnvechten op hiphopmuziek | ik battle, jij/hij battlet | jij/hij battlede | gebattled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: battelen | ik battel, jij/hij battelt | jij/hij battelde | gebatteld | |
batten | de bal slaan bij cricket | ik bat, jij/hij bat | jij/hij batte | gebat |
bbq'en | barbecuen | ik bbq, jij/hij bbq't | jij/hij bbq'de | ge-bbq'd |
bcc'en | een 'onzichtbare' kopie van een mail sturen | ik bcc, jij/hij bcc't | jij/hij bcc'de | ge-bcc'd |
beachen | strandvolleybal spelen | ik beach, jij/hij beacht | jij/hij beachte | gebeacht |
beachsocceren | strandvoetballen | ik beachsoccer, jij/hij beachsoccert | jij/hij beachsoccerde | gebeachsoccerd |
beachvolleyballen | strandvolleybal spelen | ik beachvolleybal, jij/hij beachvolleybalt | jij/hij beachvolleybalde | gebeachvolleybald |
beachvolleyen | strandvolleybal spelen | ik beachvolley, jij/hij beachvolleyt | jij/hij beachvolleyde | gebeachvolleyd |
beamen | uitstralen; projecteren (met een beamer) | ik beam, jij/hij beamt | jij/hij beamde | gebeamd |
beatboxen | muziek maken met behulp van een drummachine | ik beatbox, jij/hij beatboxt | jij/hij beatboxte | gebeatboxt |
beatdancen | dansen op beatmuziek | ik beatdance, jij/hij beatdancet | jij/hij beatdancete | gebeatdancet |
beaten | een speciaal begeleidingsritme maken | ik beat, jij/hij beat | jij/hij beatte | gebeat |
beatjugglen | scratchen op de beat van de muziek | ik beatjuggle, jij/hij beatjugglet | jij/hij beatjugglede | gebeatjuggled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: beatjuggelen | ik beatjuggel, jij/hij beatjuggelt | jij/hij beatjuggelde | gebeatjuggeld | |
beboppen | dansen op bebopmuziek | ik bebop, jij/hij bebopt | jij/hij bebopte | gebebopt |
benchmarken | prestaties vergelijken | ik benchmark, jij/hij benchmarkt | jij/hij benchmarkte | gebenchmarkt |
biken | fietsen | ik bike, jij/hij biket | jij/hij bikete | gebiket |
bikepoolen | samen fietsen in verband met de veiligheid | ik bikepool, jij/hij bikepoolt | jij/hij bikepoolde | gebikepoold |
billboarden | adverteren op billboards; sponsors vermelden | ik billboard, jij/hij billboardt | jij/hij billboardde | gebillboard |
billen | in rekening brengen | ik bill, jij/hij billt | jij/hij billde | gebilld |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik bil, jij/hij bilt | jij/hij bilde | gebild | |
bingen | (uitspraak 'bingen'): opzoeken met de zoekmachine Bing | ik bing, jij/hij bingt | jij/hij bingde | gebingd |
bingen | (uitspraak 'bin(d)zjen'): veel drinken, veel afleveringen kijken etc. | ik binge, jij/hij binget | jij/hij bingede | gebinged |
bingeviewen | veel afleveringen van een serie kijken | ik bingeview, jij/hij bingeviewt | jij/hij bingeviewde | gebingeviewd |
bingewatchen | veel afleveringen van een serie kijken | ik bingewatch, jij/hij bingewatcht | jij/hij bingewatchte | gebingewatcht |
bingoën | bingo spelen | ik bingo, jij/hij bingoot | jij/hij bingode | gebingood |
birdwatchen | vogels observeren, vogelen | ik birdwatch, jij/hij birdwatcht | jij/hij birdwatchte | gebirdwatcht |
bitchen | snauwen, katten | ik bitch, jij/hij bitcht | jij/hij bitchte | gebitcht |
bitchslappen | iemand die buiten zinnen is slaan of anderszins tot de orde roepen | ik bitchslap, jij/hij bitchslapt | jij/hij bitchslapte | gebitchslapt |
bitmappen | een afbeelding als bitmap opslaan | ik bitmap, jij/hij bitmapt | jij/hij bitmapte | gebitmapt |
bittorrenten | gegevens uitwisselen via internet | ik bittorrent, jij/hij bittorrent | jij/hij bittorrentte | gebittorrent |
blackberryen | communiceren met een blackberry | ik blackberry, jij/hij blackberryt | jij/hij blackberryde | geblackberryd |
blackjacken | blackjack spelen | ik blackjack, jij/hij blackjackt | jij/hij blackjackte | geblackjackt |
blacklisten | op een zwarte lijst zetten | ik blacklist, jij/hij blacklist | jij/hij blacklistte | geblacklist |
blackmailen | chanteren | ik blackmail, jij/hij blackmailt | jij/hij blackmailde | geblackmaild |
black-outen | concentratie verliezen; (van apparaten) op zwart gaan | ik black-out, jij/hij black-out | jij/hij black-outte | geblack-out |
blamen | de schuld geven aan | ik blame, jij/hij blamet | jij/hij blamede | geblamed |
blanken | een signaal tijdelijk onderbreken | ik blank, jij/hij blankt | jij/hij blankte | geblankt |
bleachen | bleken, bijv. tanden of kleding | ik bleach, jij/hij bleacht | jij/hij bleachte | gebleacht |
blenden | fijnmaken in een blender | ik blend, jij/hij blendt | jij/hij blendde | geblend |
blenderen | fijnmaken in een blender | ik blender, jij/hij blendert | jij/hij blenderde | geblenderd |
blingen | versieren met glitters | ik bling, jij/hij blingt | jij/hij blingde | geblingd |
blocken | blokkeren | ik block, jij/hij blockt | jij/hij blockte | geblockt |
bloggen | een weblog bijhouden | ik blog, jij/hij blogt | jij/hij blogde | geblogd |
bloghoppen | van weblog naar weblog surfen | ik bloghop, jij/hij bloghopt | jij/hij bloghopte | gebloghopt |
blooperen | de mist in gaan, een flater slaan | ik blooper, jij/hij bloopert | jij/hij blooperde | geblooperd |
blowen | een joint roken | ik blow, jij/hij blowt | jij/hij blowde | geblowd |
bluesrocken | muziek met blues- en rock-'n-roll-invloeden maken | ik bluesrock, jij/hij bluesrockt | jij/hij bluesrockte | gebluesrockt |
blunderen | een blunder begaan | ik blunder, jij/hij blundert | jij/hij blunderde | geblunderd |
blurren | digitaal beeld of elementen daarvan uitwissen of vervagen | ik blur, jij/hij blurt | jij/hij blurde | geblurd |
boarden | aan boord gaan | ik board, jij/hij boardt | jij/hij boardde | geboard |
boardsurfen | surfen met een board | ik boardsurf, jij/hij boardsurft | jij/hij boardsurfte/ boardsurfde | geboardsurft/ geboardsurfd |
bobben | in een bobslee rijden; niet-beschonken chauffeuren | ik bob, jij/hij bobt | jij/hij bobde | gebobd |
bodyboarden | op de buik op een soort surfplankje door de golven varen | ik bodyboard, jij/hij bodyboardt | jij/hij bodyboardde | gebodyboard |
bodybuilden | aan bodybuilding doen | ik bodybuild, jij/hij bodybuildt | jij/hij bodybuildde | gebodybuild |
bodychecken | een schouderduw geven (bij ijshockey) | ik bodycheck, jij/hij bodycheckt | jij/hij bodycheckte | gebodycheckt |
bodypainten | het lichaam beschilderen | ik bodypaint, jij/hij bodypaint | jij/hij bodypaintte | gebodypaint |
bodypumpen | fitnessen met gewichten op muziek | ik bodypump, jij/hij bodypumpt | jij/hij bodypumpte | gebodypumpt |
bodyshapen | lichaams- en spieroefeningen doen | ik bodyshape, jij/hij bodyshapet | jij/hij bodyshapete | gebodyshapet |
bodyshoppen | werkkrachten inhuren | ik bodyshop, jij/hij bodyshopt | jij/hij bodyshopte | gebodyshopt |
bodysurfen | zich aan een grote vlieger door het water laten slepen | ik bodysurf, jij/hij bodysurft | jij/hij bodysurfte/ bodysurfde | gebodysurft/ gebodysurfd |
boerengolfen | boerengolf spelen | ik boerengolf, jij/hij boerengolft | jij/hij boerengolfte/ boerengolfde | geboerengolft/ geboerengolfd |
bogglen | het spel Boggle spelen | ik boggle, jij/hij bogglet | jij/hij bogglede | geboggled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: boggelen | ik boggel, jij/hij boggelt | jij/hij boggelde | geboggeld | |
bomchecken | controleren op de aanwezigheid van bommen | ik bomcheck, jij/hij bomcheckt | jij/hij bomcheckte | gebomcheckt |
bookbuilden | aandelen plaatsen | ik bookbuild, jij/hij bookbuildt | jij/hij bookbuildde | gebookbuild |
bookmarken | het adres van een internetpagina als favoriet opslaan | ik bookmark, jij/hij bookmarkt | jij/hij bookmarkte | gebookmarkt |
boomen | sterk toenemen | iets/het aantal boomt | iets/het aantal boomde | geboomd |
boosten | omhoogjagen, stimuleren | ik boost, jij/hij boost | jij/hij boostte | geboost |
booten | een computer opstarten | ik boot, jij/hij boot | jij/hij bootte | geboot |
bootleggen | een illegale muziekopname maken | ik bootleg, jij/hij bootlegt | jij/hij bootlegde | gebootlegd |
borstcrawlen | borstcrawl zwemmen | ik borstcrawl, jij/hij borstcrawlt | jij/hij borstcrawlde | geborstcrawld |
botoxen | een behandeling met botox geven | ik botox, jij/hij botoxt | jij/hij botoxte | gebotoxt |
boulderen | zonder hulpmiddelen bergbeklimmen | ik boulder, jij/hij bouldert | jij/hij boulderde | geboulderd |
bouncen | terugsturen naar de afzender; bij dansen veren op de voeten | ik bounce, jij/hij bouncet | jij/hij bouncete | gebouncet |
bowlen | bowling spelen; de bal naar de batsman gooien | ik bowl, jij/hij bowlt | jij/hij bowlde | gebowld |
boycotten | uitsluiten, uit protest niet meedoen aan | ik boycot, jij/hij boycot | jij/hij boycotte | geboycot |
brainstormen | proberen ideeën te krijgen | ik brainstorm, jij/hij brainstormt | jij/hij brainstormde | gebrainstormd |
braintrainen | de hersenen in conditie houden met puzzels en spellen | ik braintrain, jij/hij braintraint | jij/hij braintrainde | gebraintraind |
brainwashen | hersenspoelen | ik brainwash, jij/hij brainwasht | jij/hij brainwashte | gebrainwasht |
branddaten | elkaar ontmoeten op grond van gedeelde merkvoorkeuren | ik branddate, jij/hij branddatet | jij/hij branddatete | gebranddatet |
branden | een merknaam exploiteren | ik brand, jij/hij brandt | jij/hij brandde | gebrand |
breakdancen | op een acrobatische manier dansen | ik breakdance, jij/hij breakdancet | jij/hij breakdancete | gebreakdancet |
breaken | (bij tennis) een game winnen terwijl de ander serveert; breakdancen | ik break, jij/hij breakt | jij/hij breakte | gebreakt |
bridgen | bridge spelen | ik bridge, jij/hij bridget | jij/hij bridgete/ bridgede | gebridget/ gebridged |
briefen | instrueren | ik brief, jij/hij brieft | jij/hij briefte/ briefde | gebrieft/ gebriefd |
broadcasten | uitzenden | ik broadcast, jij/hij broadcast | jij/hij broadcastte | gebroadcast |
browsen | met een browser bekijken, bladeren | ik browse, jij/hij browst | jij/hij browsde/ browste | gebrowsd/ gebrowst |
In de officiële spelling: | ik browse, jij/hij browset | jij/hij browsede/ browsete | gebrowsed/ gebrowset | |
brunchen | een ontbijt-lunch gebruiken | ik brunch, jij/hij bruncht | jij/hij brunchte | gebruncht |
brushen | föhnen, borstelen | ik brush, jij/hij brusht | jij/hij brushte | gebrusht |
bubblen | dansen op raggamuffin | ik bubble, jij/hij bubblet | jij/hij bubblede | gebubbled |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: bubbelen | ik bubbel, jij/hij bubbelt | jij/hij bubbelde | gebubbeld | |
bubblyen | een audiobericht plaatsen op Bubbly | ik bubbly, jij/hij bubblyt | jij/hij bubblyde | gebubblyd |
buggen | afluisteren | ik bug, jij/hij bugt | jij/hij bugde | gebugd |
builden | bouwen (van software) | ik build, jij/hij buildt | jij/hij buildde | gebuild |
builderen | hoge gebouwen beklimmen als sport | ik builder, jij/hij buildert | jij/hij builderde | gebuilderd |
bulldozeren | met een bulldozer eropaf gaan; over iets/iemand heen walsen | ik bulldozer, jij/hij bulldozert | jij/hij bulldozerde | gebulldozerd |
bullyen | afkatten, kleineren | ik bully, jij/hij bullyt | jij/hij bullyde | gebullyd |
bumpen | botsen | ik bump, jij/hij bumpt | jij/hij bumpte | gebumpt |
bumpersurfen | meerijden op de achterbumper van een voertuig | ik bumpersurf, jij/hij bumpersurft | jij/hij bumpersurfte/ bumpersurfde | gebumpersurft/ gebumpersurfd |
bungeejumpen | van een hoogte af springen met een elastiek om je voeten | ik bungeejump, jij/hij bungeejumpt | jij/hij bungeejumpte | gebungeejumpt |
butcheren | afslachten | ik butcher, jij/hij butchert | jij/hij butcherde | gebutcherd |
buyen | kopen | ik buy, jij/hij buyt | jij/hij buyde | gebuyd |
buzzen | een zoemend geluid maken; oproepen via een buzzer | ik buzz, jij/hij buzzt | jij/hij buzzde | gebuzzd |
Ook mogelijk, en in de officiële spelling alleen juist: | ik buz, jij/hij buzt | jij/hij buzde | gebuzd |
/td