Wat is juist: de risico of het risico?
Het is allebei juist: alle spellinglijsten en woordenboeken vermelden bij risico de lidwoorden het en de (m). Wel is het risico verreweg het gebruikelijkst. De a-zinnen hieronder zijn dus gebruikelijker dan de b-zinnen:
- Het risico is klein.
- De risico is klein
- Ons risico is minimaal.
- Onze risico is minimaal.
- Dat/dit risico is aanwezig.
- Die/deze risico is aanwezig.
De risico is ouder dan het risico. Het historische Woordenboek der Nederlandsche Taal vermeldt zelfs drie geslachten bij risico: "zelfstandig naamwoord vrouwelijk (oudtijds ook mannelijk), thans ook onzijdig; meervoud risico's. Ontleend aan het Italiaanse risico: 'gevaar, kans, toeval, waagstuk'".