Praktisch is in de negentiende eeuw uit het Duits overgenomen. Oorspronkelijk had dit woord de betekenis ‘de uitvoering betreffend’:

  • De cursus ‘Schilderen in de natuur’ is vooral een praktische cursus.
  • Hij heeft veel praktische kennis.

In het begin van de twintigste eeuw kwam daar de afgezwakte betekenis ‘in feite, vrijwel, zo goed als’ bij, zoals in ‘De fles was praktisch leeg.’ Er is bij die ontwikkeling misschien sprake geweest van Engelse invloed; het Engelse practically, dat ook ‘vrijwel’ betekent heeft, lijkt immers erg op praktisch.

Blij met deze uitleg?

Met een donatie van € 2 steun je Onze Taal. Bedankt!

Toch nog een vraag?

Onze taaladviseurs staan elke werkdag voor je klaar

Bel 085 00 28 428 Bel 085 00 28 428

(gebruikelijke belkosten, geen extra kosten)

Of stel je vraag via social media of per mail

In 1942 ergerde een lezer van Onze Taal zich nog zo sterk aan het gebruik van praktisch in de zin “Rijstebloem van gepelde rijst bevat practisch alleen zetmeel en eiwitten, maar de mineralen en vitaminen ontbreken er practisch geheel en al aan”, dat hij het volgende gedicht instuurde over dit woord (toen nog als practisch geschreven):

Bijna, feitelijk, nagenoeg, eigenlijk, ten naasten bij,
Bijkans, zoo goed als, vrijwel, deze gansche eed’le rij,
Woorden van Oud-Neerlandsch bloed,
Och, hun tijd is thans voorbij.
“Practisch” hebben z’afgedaan,
“Practisch” schoof ze van de baan!
Men leest dat in kindermeel
Practisch haast geen voeding zit.
Hoe onpractisch lijkt mij dit!
t Bouwbedrijf ligt practisch stil;
Hoe onpractisch lijkt mij dit
Voor wie straks een huisje wil!
En een juffrouw, die op zolder
Aardappels geborgen had,
Vond ze practisch stijf bevroren’...
Hoe onpractisch leek mij dat!
“Practisch” zwart en “practisch” wit,
“Practisch” achter, “practisch” voor,
Zulk een taaltje is wel practisch,
Maar “de Taal” verarmt er door!

Het heeft niet mogen baten; praktisch is in alle contexten die in dit gedicht genoemd worden (praktisch geen voeding, praktisch stil, enz.) geheel geaccepteerd.