Is het de eigendom of het eigendom?

Het eigendom is een zaak die of voorwerp dat iemand toebehoort, dus: iemands bezit. Bijvoorbeeld:

• Is dit huis uw eigendom?
• U kunt uw eigendom veilig bij ons achterlaten.
• Dit servies was het dierbaarste eigendom van oma.

De eigendom betekent ‘eigendomsrecht’

De eigendom is een formelere, juridische term, waarbij het gaat om de omstandigheid dat iets iemands bezit is. Het kan ook gaan om het recht om iets je bezit te kunnen noemen of ergens vrij over te kunnen beschikken. Zo kun je bijvoorbeeld de eigendom van een huis overdragen aan iemand anders. Of je hebt de eigendom van een stuk grond, wat betekent dat jij mag beslissen wat er met dat stuk grond gebeurt. De eigendom is dus eigenlijk het eigendomsrecht.

Ook in die juridische betekenis komt overigens tegenwoordig vaak het eigendom voor.

Intellectueel en geestelijk eigendom

Eigendom in de betekenis ‘eigendomsrecht’ komt vaak voor in de vaste combinaties de/het intellectueel/intellectuele eigendom en de/het geestelijk/geestelijke eigendom. Bijvoorbeeld:

• Het merkenrecht valt onder de intellectuele eigendom.
• Het merkenrecht valt onder het intellectuele/intellectueel eigendom.
• Het auteursrecht is ontstaan ter bescherming van de geestelijke eigendom van de maker.
• Het auteursrecht is ontstaan ter bescherming van het geestelijke/geestelijk eigendom van de maker.

Ook hier komen in de praktijk beide lidwoorden voor. In juridische contexten bestaat er een voorkeur voor de intellectuele eigendom en de geestelijke eigendom. Daarbuiten is het erg gangbaar. Je kunt de bijvoeglijke naamwoorden intellectueel en geestelijk dan mét en zonder buigings-e schrijven. Als je de buigings-e weglaat, benadruk je dat het intellectueel eigendom en het geestelijk eigendom vaste combinaties zijn.