Het schilderij De omgekeerde wereld van Pieter Bruegel de Oude (ca. 1525-1569) is een echt zoekplaatje, waarop zo’n honderd spreekwoorden en gezegden te zien zijn. Heel bekende, zoals ‘Wie wind zaait, zal storm oogsten’, maar ook vergeten uitdrukkingen als ‘iemand de blauwe huik omhangen’ – iets wat je doet met je partner wanneer je overspel pleegt – en ‘Daar zijn de daken met vlaaien bedekt’ (om aan te geven dat ergens overvloed heerst).
Schrijver Ted van Lieshout vertelt in Rozen voor de zwijnen over alle spreekwoorden en gezegden van De omgekeerde wereld. Hij doet dat in een lange dialoog tussen een alwetende meester en een nieuwsgierige leerling, die samen het hele schilderij bekijken. De betekenis van de uitdrukkingen wordt uitgelegd, plus de oorsprong ervan – en ook verwante zegswijzen komen voorbij. De dialoog is uitgebreid geïllustreerd met uitsneden uit het schilderij en andere oude afbeeldingen, die veel laten zien over het leven van toen – zodat het boek ook een reis terug in de tijd is.
Rozen voor de zwijnen. De minstens 100 spreekwoorden van Bruegel is verschenen bij Uitgeverij Leopold.
Drie vragen aan Ted van Lieshout over Rozen voor de zwijnen
1. Waarom moest dit boek er komen?
Dit boek moest er komen omdat ik graag een combinatie wilde maken van beeld en taal. Het schilderij fascineerde me al tientallen jaren, omdat het heel beeldend is en tegelijkertijd over taal gaat.
2. Waren er ook lastige aspecten of specifieke uitdagingen bij het schrijven, en hoe heb je die opgelost?
Ik begon steeds niet aan het boek, omdat ik bang was dat de lezer af zou haken door al die spreekwoorden en zegswijzen die geen betekenis meer voor ons hebben. Ik overwoog om dan slechts een deel van de spreekwoorden te behandelen, maar dat zou naar mijn gevoel het schilderij en de bedoeling van de kunstenaar tekort hebben gedaan. Dus op een dag ben ik begonnen met het in kaart brengen van alle details en vervolgens heb ik steeds gekeken hoe ik zo’n stukje meer lucht, licht en betekenis kon geven.
3. Hoe was de ontvangst?
Gelukkig bleken de meeste lezers het boek te ontvangen zoals ik het had bedoeld: je moet het niet in één keer uit willen lezen, want dan worden al die spreekwoorden je te veel. Maar stukje voor stukje lezen maakt het boek aangenaam, en dan steek je er ook nog wat van op als je dat wilt. En het eind van het liedje is dat ik toch vrijwel alle spreekwoorden op het schilderij een plaats in het boek heb kunnen geven.