Juryrapport Taalboekenprijs 2024
De taalboekenprijs die Onze Taal, het Algemeen-Nederlands Verbond en dagblad Trouw in 2019 in het leven hebben geroepen, is een prijs voor het beste taalboek van het afgelopen jaar. Een boek dat bedoeld is voor een breed publiek, en dat oorspronkelijk, goed geschreven en taalkundig relevant is.
Onder embargo tot 28 september, 11.30 uur |
De prijs wordt dit jaar voor de zesde keer uitgereikt. Er kwamen twintig taalboeken in aanmerking, en de beste vijf daarvan werden geselecteerd voor de shortlist terecht, een mooie en gevarieerde lijst. In alfabetische volgorde waren dat:
- Daar is geen woord Frans bij van Nicoline van der Sijs. Een inventarisatie van Nederlandse woorden en uitdrukkingen, die laat zien hoe we over andere talen denken.
- De betekenis van woorden van Hedde Zeijlstra. Een bundel opstellen over de soms wonderlijke en onvoorspelbare betekenis van woorden en zinnen.
- De Tawl van Philip Dröge. Over een expeditie per fiets, op zoek naar de laatste resten Nederlands in de Verenigde Staten.
- Het geheime leven van taalfouten van Marten van der Meulen. Een genuanceerde kijk op de rol van taaladviesboeken in de meningsvorming over taalregels en taalfouten door de eeuwen heen.
- Hoe werkt dagelijkse communicatie? van Wyke Stommel, Tom Koole e.a. Artikelen over de subtiele regels die de basis vormen van onze gesprekken, en hoe we die regels kunnen inzetten.
Vijf bijzondere taalboeken, die de jury met veel plezier gelezen heeft, maar ook vijf boeken die wezenlijk van elkaar verschillen – qua onderwerp, maar vooral ook qua aanpak en insteek. Dat belette de jury niet om tot een overtuigende winnaar te komen: een boek dat vooral ook opvalt door de stijl van de schrijver. Het is oorspronkelijk, goed geschreven en zeer prettig leesbaar, en vertelt tegelijkertijd een fascinerend verhaal over hoe een taal uit een samenleving verdween — een taal die nu enkel nog voortleeft in namen in het landschap: De Tawl van Philip Dröge.
De schrijver neemt je mee op zijn zoektocht (op de fiets, naar goed Hollandse gewoonte) naar de sporen die het Nederlands in Amerika heeft nagelaten sinds onze taal daar in de zeventiende eeuw werd geïntroduceerd door Nederlandse en Vlaamse kolonisten. Toen ‘Nieuw Nederland’ later verkocht werd aan de Engelsen, begon de neergang van ‘de Tawl’ (zoals de plaatselijke variant van het Nederlands genoemd werd) — een proces met een onvermijdelijke afloop, dat toch nog tot in de twintigste eeuw geduurd heeft. Pas in 1962 werd met het overlijden van de laatste spreker de taal definitief tot zwijgen gebracht.
De jury prijst het boek om zijn originaliteit, maar ook om de stijl en de lichtvoetige toon. Het leest als “een journalistiek geschiedenis-boek dat je meesleept als een roadmovie” — het verhaal van een man op een fiets op zoek naar een taal. Het is geschreven door een rasverteller, die het verslag van zijn zoektocht doorspekt met interessante en vaak verrassende taalweetjes. Hij brengt taalkundige inzichten op een prettige manier voor het voetlicht, terwijl de rode draad – hoe het Nederlands zich handhaafde en ten slotte toch verdween – de lezer tot het eind toe meevoert. Boeiend, lichtvoetig en beeldend. Of zoals een van de juryleden het verwoordde: “Zit hier niet een goede tv-documentaire in?”
De jury
Ton den Boon
Peter Debrabandere
Mathilde Jansen
Vibeke Roeper
Geertje Slangen
Den Haag, 28 september 2024