Onze Taal geeft verschillende (populair-)wetenschappelijke boeken over taal(advies) uit. Hier vind je een overzicht op alfabetische volgorde.
In Dat mag je óók (al niet meer) zeggen inventariseert taalkundige Vivien Waszink wat er allemaal gebeurt op hetgebied van schurende taal, genderinclusief woordgebruik en het weergeven van diversiteit. Welke gevoeligheden zijn er, en hoe gaan we daarmee om? Kun je de samenleving sturen door de taal te veranderen?
De redactie van Onze Taal ontvangt maandelijks een dik pak knipsels met hilarische taalfouten of dubbelzinnigheden, ingestuurd door de lezers van het tijdschrift. Die kronkels komen overal vandaan: uit de krant, van internet, uit winkels en van de straat. De grappigste worden geselecteerd voor de befaamde rubriek ‘Ruggespraak’, op de achterkant van het tijdschrift. De allerleukste kronkels zijn gebundeld in dit boekje.
De hoofdmoot van En wel hierom is een lexicon van woorden en uitdrukkingen die door Van Kooten en De Bie bedacht zijn (of die anderszins door hun inzet bekend zijn geworden). Deze verzameling wordt ingeleid door Ewoud Sanders. Daarnaast bevat het boekje journalistieke beschouwingen van Henk van Gelder en Kees Fens.
In Grammatica. 150 begrippen verklaard en toegelicht wordt een breed scala aan grammaticale termen uitgelegd – van ‘zelfstandig naamwoord’ tot ‘rangtelwoord’ en van ‘lijdend voorwerp’ tot ‘bepaling van gesteldheid’. De uitleg bij elk grammaticaal begrip is kort en krachtig; de vele voorbeelden zorgen voor extra duidelijkheid.
Gras is een rood woord bevat dertig topstukken uit het tijdschrift Onze Taal: over liedteksten, het woord ja, taalverandering, geweldloze communicatie, de taal van Johan Cruijff, en hoe we elkaar bij herrie toch verstaan. En nog veel meer. Het boek is samengesteld door voormalig eindredacteur Kees van der Zwan.
Leestekens is de volledigste interpunctiegids van het Nederlands, gemaakt door de taaladviseurs van Onze Taal. Hierin staat welke leestekens er allemaal zijn, wanneer je welk leesteken gebruikt en hoe je ze kunt combineren. Dit alles overzichtelijk gerangschikt en in duidelijke taal, met veel voorbeelden.
In het boekje vind je niet alleen een moeilijkewoordenlijst, maar ook een overzicht van de belangrijkste spellingregels, tips om een goed dictee samen te stellen én na te kijken, en honderd weetjes over opmerkelijke dicteewoorden.
Naast de Spellingwijzer is de compacte Snelspelwijzer Onze Taal verschenen, geschreven door Wim Daniëls. Hierin worden in kort bestek de belangrijkste spellingregels uitgelegd in eenvoudige bewoordingen die voor iederéén begrijpelijk zijn, ook voor scholieren en gevorderde tweedetaalleerders.
De nieuwe Spellingwijzer Onze Taal is de opvolger van het Witte Boekje uit 2006. In deze actuele en praktische gids vindt u de spelling van 70.000 lastige woorden, woordvormen en eigennamen van mensen, instellingen, steden en landen. Tegelijkertijd met de Spellingwijzer is de compacte Snelspelwijzer Onze Taal verschenen, geschreven door Wim Daniëls.
Wanneer zit je op de reservebank? Is een kwarrel een hip woord voor scharrel of is het toch iets anders? Wat is een appaire? Kortom, welke woorden gebruiken we om over daten te praten? Je vindt ze allemaal in dit nieuwe boek van Onze Taal. Maar dat is nog niet alles: je krijgt ook tips voor het opstellen van een datingprofiel, je steekt wat op over nieuwe relatievormen, en je leest over de datingtaal van vroeger, toen het woord dating nog niet eens bestond (maar er wel volop gedatet werd).
Met dit boekje krijgt u snel een onderhoudend antwoord op de vraag: ‘Waar komt hagelslag vandaan?’, en op nog 99 andere prikkelende vragen over woorden. Net als de succesvolle voorganger Waar komt de pindakaas vandaan? is het gemaakt door twee gerenommeerde taalorganisaties: het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) en het Genootschap Onze Taal.
Met dit boekje krijgt u snel een onderhoudend antwoord op de vraag: ‘Waar komt pindakaas vandaan?’, en op nog 99 andere prikkelende vragen over woorden. Het is het gemaakt door twee gerenommeerde taalorganisaties: het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) en het Genootschap Onze Taal.
Met dit boekje krijgt u snel een onderhoudend antwoord op de vraag: ‘Waar komt suikerspin vandaan?’, en op nog 99 andere prikkelende vragen over woorden. Net als de succesvolle voorgangers Waar komt de pindakaas vandaan? en Waar komt hagelslag vandaan? is het gemaakt door twee gerenommeerde taalorganisaties: het Instituut voor Nederlandse Lexicologie (INL) en het Genootschap Onze Taal.
Een vrolijk geïllustreerd kinderboek (bij elk praatje een plaatje) vol opmerkelijke, leuke en gekke verhalen over vijftig heel gewone woorden, zoals september, drop, kiwi, verdieping en pyjama. Leuk en leerzaam, voor kinderen van 9 tot 12 jaar.
Je taal laat zien waar je vandaan komt. In Wie zegt wat waar? is voor twintig onderwerpen uitgezocht en in kaart gebracht hoe ze heten,van Groningen tot Oostende. Al die variatie binnen het Nederlands wordt gepresenteerd in duidelijke kaarten, die puntig en helder worden toegelicht en uitgelegd door de streektaaldeskundigen van de Stichting Nederlandse Dialecten.
