Page 15 - OnzeTaal_sept2020_HR
P. 15
Wilt u direct antwoord op een taalvraag? Bel dan 085 - 00 28 428. HOE LEG JE DAT UIT?
Ook via Twitter (@onzetaal) en WhatsApp (06 - 39 86 19 91) krijgt u
snel antwoord. Zie voor andere mogelijkheden www.onzetaal.nl/taalloket.
Als je Nederlandse les geeft aan anderstaligen (NT2’ers), kom je soms
kwesties tegen waarvan je je afvraagt: hoe leg ik dat uit?
VERSCHUIVENDE NORMEN EEN LEUKE VROUW, EEN LEUK MEISJE
Of een bijvoeglijk naamwoord een e krijgt of niet, hangt af
Wat is goed taalgebruik en wat niet? Die grenzen zijn voortdurend van het lidwoord (de of het) dat bij het zelfstandig naam-
in beweging. woord hoort en van het woord dat voor het bijvoeglijk naam-
woord staat.
DIEGENE ALS PERSOONLIJK Je hebt woorden die standaard het lidwoord de krijgen en
VOORNAAMWOORD? woorden die het krijgen: de stoel, de vrouw, het land, het meisje.
We noemen ze voor het gemak de-woorden en het-woorden.
Eind juli stond in een bericht op NOS Teletekst: “Een van hen Een bijvoeglijk naamwoord dat voor een de-woord staat,
moest gereanimeerd worden. Diegene zou onder de auto krijgt in principe altijd een e: de rode stoel, de leuke vrouw, een
klem hebben gezeten.” Valt u iets op aan dat gebruik van rode stoel, een leuke vrouw. Bij het-woorden komt er wel een e
diegene? als er het voor het bijvoeglijk naamwoord staat, maar geen e
Volgens de traditionele norm kun je degene(n) en diege- als er een of geen voor staat: het mooie huis, het leuke meisje;
ne(n) alleen gebruiken met een bijzin of bepaling erachter: een mooi huis, geen leuk meisje. Na een aanwijzend of bezitte-
‘Ik wil diegene die me geholpen heeft, graag bedanken’, lijk voornaamwoord wordt het bijvoeglijk naamwoord in prin-
‘Willen degenen met nul fouten zich melden?’ cipe altijd verbogen, zowel bij de- als bij het-woorden: die/
Maar de norm is aan het verschuiven: diegene(n) komt deze leuke vrouw, mijn/zijn rode stoel, dat/dit leuke meisje, jouw/
steeds vaker voor zonder bijzin of bepaling, zoals in de zin hun mooie huis.
op NOS Teletekst. Dit gebruik is in informele taal (en zeker Dit zijn de algemene regels. Maar er zijn verschillende uit-
in spreektaal) al heel algemeen en staat ook sinds enige ja- zonderingen, bijvoorbeeld bij functieaanduidingen – de/een
ren in Van Dale. In Nederland kom je het ook steeds vaker in maatschappelijk werker – en vaste combinaties met het, zoals
schrijftaal tegen, al is dat nog niet algemeen geaccepteerd. het dagelijks leven. Verdere nuanceringen en uitzonderingen
In België is diegene(n) zonder bijzin of bepaling ongebruike- worden besproken op www.onzetaal.nl/wel-of-geen-e.
lijk, ook in informele taal. En hoe weet je als NT2-leerder of iets een de-woord of een
Het nieuwe diegene heeft trouwens ook een duidelijk het-woord is? Dat moet je opzoeken in een woordenboek,
voordeel: het is sekseneutraal en voorziet in de behoefte om want er zijn nauwelijks regels voor.
hij of zij te vermijden. Voor wie niet specifiek naar een man
of vrouw wil of kan verwijzen, is diegene een prettig neutraal Welke kwesties komt u vaak tegen in uw NT2-lessen? En hoe
voornaamwoord. legt u ze uit? We horen het graag via taaladvies@onzetaal.nl.
WAT ZEGGEN ZE WAAR?
Over regionale verschillen in Nederland en Vlaanderen.
WIE (OF) (DAT)
In de standaardtaal zeggen we: ‘Ik weet De variatie is voor een deel regio- Illustratie: Karin Nas-Verheijen
niet wie het gedaan heeft.’ Maar veel gebonden. Hiernaast is te zien
mensen voegen daar of of dat aan toe, waar of, dat of of dat kan worden
en soms zelfs allebei: toegevoegd; vrijwel overal is ook
de variant zónder extra voeg-
- Ik weet niet wie of het gedaan heeft. woord(en) in gebruik. Alleen in
- Ik weet niet wie dat het gedaan de westelijke helft van België
heeft. lijkt het toevoegen van dat
- Ik weet niet wie of dat het gedaan min of meer de standaard.
heeft. Het kaartje is gebaseerd op
de Syntactische Atlas van de
Ook na andere vraagwoorden is die Nederlandse dialecten
variatie er, zoals bij: (2005).
- Snap je nu hoe (of) (dat) het komt?
- Ik weet niet waar (of) (dat) hij
woont.
- Hij wil niet zeggen waarom (of) (dat) ‘wie’ ONZE TAAL 2020 — 9
hij het heeft gedaan.
- Ze vroeg welk boek (of) (dat) ik aan ‘wie of’
het lezen was. ‘wie dat’
‘wie of dat’
gemengd
15