Page 33 - OnzeTaal_juni2021_HR
P. 33

TAALTOESTANDEN  MARC VAN OOSTENDORP


            De achtergronden bij het taalnieuws. Illustratie: Evalien Lang



            Waarom schrijven we niet ‘Hij bied’?






                   ominiek Sandra zag in april de kritiek aanko­
                   men, toen hij zijn opinieartikel in De Standaard
            D publiceerde. “Ik hoor het velen al denken:”,
            was zijn eerste zin, “hoe durft een professor in de taal­
            kunde voor te stellen om d/t­regels af te schaffen?”
               Toch was dat precies wat de Antwerpse hoogleraar
            Nederlands deed. De werkwoordspelling, zo schreef hij,
            heeft een logica die “niet past bij ons taalbrein”. Daar­
            om gaat het zo vaak mis. In plaats van ieder jaar leerlin­
            gen weer die ingewikkelde regels uit te leggen, zouden
            we kunnen proberen die regels wat te vereenvoudigen.
            In het onderwijs gaat te veel tijd naar spelling, ten koste
            van bijvoorbeeld goed beargumenteerd en gestructu­
            reerd schrijven.
               “Ik pleit niet voor vrijheid, blijheid”, licht Sandra toe
            aan de telefoon. “Wat mij betreft hebben we spelling­
            regels nodig, zoals we verkeersregels nodig hebben. We
            moeten afstemmen zodat we allemaal hetzelfde schrij­
            ven. Onderzoek laat alleen zien dat geen enkele schrijver
            niet af en toe tegen de werkwoordspelling zondigt. Dan
            kun je beter regels maken waar mensen zich wél aan
            kunnen houden.”

            WISKUNDE
            Sandra heeft zelf veel onderzoek gedaan naar de spelling
            van werkwoorden en de vele verkeerde d’s en t’s die je
            daarbij ziet. “Als je snel schrijft, beroep je je automa­



      “Spellingregels zijn door mensen

        gemaakt om de communicatie
                                                             wiskunde beschrijven de feiten. Spellingregels zijn door
        te regelen. Die kun je dus ook                       mensen gemaakt om de communicatie te regelen. Die
                                                             kun je dus ook aanpassen.”
        aanpassen.”
                                                             SIMPELER
                                                             Tegelijk met Sandra’s bericht kwam het nieuws dat
                                                             de universiteit van Hull in Engeland had besloten dat
            tisch op je geheugen, op het woordbeeld. Dat werkt ook   studenten niet meer zouden worden afgerekend op spel­
            meestal goed, maar juist bij werkwoorden is het ver­  fouten. Volgens de universiteit was dat goed voor de
            raderlijk. De vormen word en wordt komen beide voor,   diversiteit. Correcte spelling eisen zou ‘elitair’ zijn, wit,
            en dan grijp je er dus gemakkelijk naast.”       mannelijk, Noord­Europees en voorbehouden aan een
               Hoe zouden verbeterde regels er volgens hem het best   bepaalde klasse.
            kunnen uitzien? “Ik kan me voorstellen dat je bij werk­     Kwade tongen beweren dat hier een bezuinigings­
            woorden die op een d eindigen altijd alleen die d schrijft.    maatregel – universitair docenten krijgen steeds meer
            Zelfs jonge chatters schrijven niet ‘Ik wort’. Ook dat   taken en hebben geen tijd meer om ook nog de spelling
            heeft met frequentie te maken: we zijn eraan gewend   te controleren – in een ethisch sausje wordt opgediend.
            dat  hond, goed en vind op een d eindigen, ook al spreken   Toch doet zo’n maatregel de vraag rijzen wat er eigenlijk
            we ze uit met een t. Dan wordt het dus ‘Hij bied’ met al­  verloren zou gaan als alle spellingregels ook bij ons wer­  ONZE TAAL 2021  —  6
            leen de stam, zoals je ook doet bij ‘Hij eet’.”   den afgeschaft – niet alleen die voor de uitgangen van
               Een paar dagen na publicatie van zijn artikel is Sandra   werkwoorden. Sandra is er stellig in: “Bij het lezen heb­
            naar eigen zeggen gestopt met de reacties te lezen. “In   ben we behoefte aan snelle herkenning. Als mensen
            het begin was ik nieuwsgierig om te zien wat mensen te   molen óók als moolen kunnen schrijven, moeten lezers
            zeggen hadden. Maar als je een paar keer hebt gelezen   letter voor letter lezen in plaats dat ze een woord in een
            dat iemand oppert om ‘dan ook maar de regels bij wis­  keer herkennen. We hebben regels nodig – ze kunnen
            kunde af te schaffen’, is het wel genoeg. Die regels bij   alleen soms simpeler.”                  33
   28   29   30   31   32   33   34   35   36