Page 12 - OnzeTaal_jul_aug2021
P. 12

TAALLOKET

                                                         Wilt u direct antwoord op een taalvraag? Bel dan 085 - 00 28 428.
                                                         Ook via Twitter (@onzetaal) en WhatsApp (06 - 39 86 19 91) krijgt u
      TAALADVIESDIENST                                   snel antwoord. Zie voor andere mogelijkheden www.onzetaal.nl/taalloket.




            VRAAG VAN DE MAAND





            ERMEE BEZIG /
            ER BEZIG MEE                                                                                          Illustratie: Aleid Landeweerd


            Als je blij bent met je werk, kun je
            zeggen: ‘Ik ben er blij mee’, maar
            niet ‘Ik ben ermee blij.’ Bij bezig is
            het omgekeerd: ‘Ik ben er bezig
            mee’ is vreemd, ‘Ik ben ermee bezig’
            is gewoon. Hoe zit dat?

            Blij en bezig zijn allebei een bijvoeglijk
            naamwoord. Je kunt ze ook allebei ge-
            bruiken in een naamwoordelijk gezegde:
            ‘Ik ben blij’, ‘Ik ben bezig.’ Én je kunt ze
            beide combineren met een voorzetsel-
            bepaling met met: ‘Ik ben blij met mijn
            werk’, ‘Ik ben bezig met mijn werk.’ In
            plaats van zo’n bepaling met met kun je
            ook het woord ermee gebruiken, dat je in bepaalde
            gevallen kunt splitsen in er en mee. Maar waarom
            splits je het dan wel in ‘Ik ben er blij mee’ en niet in   NIEUW OP ONZETAAL.NL
            ‘Ik ben ermee bezig’? Dat heeft meer te maken met
            de betekenis dan met de woordsoort.
                                                           DE LAT HOGER LEGGEN
        Wie heeft dit allemaal                             Als je ‘de lat hoger legt’, stel je hogere eisen of verwacht je
                                                           betere prestaties dan eerder (of dan bij anderen). Deze uit-
        bedacht? Niemand.                                  drukking vindt haar oorsprong in de atletiek: hoogspringers
                                                           dagen zichzelf uit tot betere prestaties door de lat waar
        Het is gewoon ontstaan.                            ze overheen moeten springen, steeds iets hoger te leggen.
                                                           De figuurlijke betekenis van de lat hoger leggen is in de jaren
                                                           1930 voor het eerst aangetroffen. (Het hoogspringen zelf
                                                           bestaat sinds de tweede helft van de negentiende eeuw.)
                Ter vergelijking moeten we eerst naar werkwoor-     Meer uitleg: www.onzetaal.nl/lathoger.
             den kijken. Ook werkwoorden kun je met met combi-
             neren: ‘Ik ben gestopt met mijn werk’, ‘Ik zal je helpen   -ACHTIG/-IAANS
             met je werk.’ Als je in dit soort zinnen met mijn/je werk   Van de meeste namen kun je zowel een afleiding met -achtig
             vervangt door ermee, blijft dat bij elkaar: ‘Ik ben er-  maken als met -iaans. De eerste krijgt een hoofdletter, de
             mee gestopt’, ‘Ik zal je ermee helpen’; het is niet:    tweede niet: Mulischachtig, mulischiaans. Beide woorden drukken
             ‘Ik ben er gestopt mee’, ‘Ik zal je er helpen mee.’  uit dat een bepaalde stijl of eigenschap doet denken aan (die
                Of je ermee wel of niet kunt splitsen, hangt ervan   van) de bekende schrijver Harry Mulisch.
             af of je het met een bijvoeglijk naamwoord combi-  Ook -isch en -esk komen soms als achtervoegsel bij een per-
             neert (zoals blij) of met een werkwoord (zoals stop-  soonsnaam voor: aristotelisch, kafkaësk. Van dit type afleidingen
             pen). Maar er zijn uitzonderingen, en bezig is er zo   zijn er in de praktijk veel minder.
                                                              Meer uitleg en voorbeelden: www.onzetaal.nl/mulisch.
             een: combinaties met bezig volgen het ‘werkwoorde-    BLOED, ZWEET EN TRANEN
      ONZE TAAL 2021  —  7/8  doordat de betékenis van bezig sterk aan een werk-  Met bloed, zweet en tranen drukt uit dat iets heel veel moeite
             lijke’ patroon, ook al is het een bijvoeglijk naamwoord.

               Die uitzondering is hoogstwaarschijnlijk ontstaan
                                                           heeft gekost, dat iemand tot het uiterste is gegaan. De combi-
             woord doet denken. Beter gezegd: een werkwoord
             drukt een handeling uit, en dat doet bezig zijn (met)
                                                           natie bloed, zweet en tranen is in zwang geraakt dankzij zeven-
             ook: wie bezig is met iets, is een bepaalde handeling
                                                           tiende-eeuwse dichters, maar de oorsprong is veel ouder.
                                                           De bron is vermoedelijk een passage uit de Bijbel (Lucas 22:44),
             aan het uitvoeren. Voor een combinatie als blij zijn

                                                              Dankzij onder meer Theodore Roosevelt, Winston Churchill
             toestand.
                                                           en André Hazes (senior) is de uitdrukking ook in de huidige tijd
               geldt dat niet: dat zegt meer iets over je gemoeds-  waarin zweetdruppels van Jezus als bloed op de grond vallen.
               Wie heeft dit allemaal bedacht? Niemand. Het is
             gewoon ontstaan in de lange geschiedenis van onze   nog alom bekend.
    12       taal.                                            Meer uitleg: www.onzetaal.nl/bloedzweet.
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17