Streektalen
Vanaf het januari/februarinummer van 2024 duiken we in de streektalen met het team dat heeft gewerkt aan de 'Atlas van het dialect in Vlaanderen' (uit 2021, bij Lannoo) en het team dat zal gaan werken aan het Nederlandse zusje, dat in 2025 moet verschijnen. Op deze pagina staan de bronnen die voor de rubriek zijn gebruikt.
Juli/augustusnummer: Naar het strand!
Bronnen en meer lezen
Database van de Zuidelijk-Nederlandse dialecten: emmer, vlieger, hark, strand, pantoffel, schelp … (de gegevens zijn per dialectgebied ook te vinden op de websites van de drie regionale woordenboeken van de Limburgse (e-wld.nl), Brabantse (e-wbd.nl) en Vlaamse (e-wvd.be) dialecten).
De woordenbanken waarin Nederlandse en Belgische lokale en regionale woordenboeken zijn samengebracht: woordenbank.be en ewnd.ivdnt.org.
Herkomst van de woorden voor kruiwagen, slippers, vlieger, ijsjes, zeefje, harkje en emmertje: etymologiebank.nl
Kaarten op de kaartenbank van het Meertens Instituut: kruiwagen, emmer, zeef, hark, vlieger, …
Mijnwoordenboek.nl: dialectwoorden voor kruiwagen, …
Blog Instituut voor de Nederlandse Taal: Uit de streek: zeesletsen, seule, plakwaaier
Benamingen voor kruiwagentje, kruiwagen, enz. op dialectloket.be
Blogs op taalverhalen.be: schurkar, kruiwagen
Stroop, J. (2016) Uit de archieven van ’t Meertensinstituut: de proefkaart hark
Naslagwerken
Debrabandere, F. (2019). De emmer in West-Vlaanderen, in Biekorf, jg. 119, 340-342
De Caluwe, J, V. De Tier, A.S. Ghyselen & R. Vandenberghe (2021). Atlas van het dialect in Vlaanderen. Lannoo.
De Tier, V. e.a (2021). Wie zegt wat waar. Regionale taal in Nederland en Vlaanderen. Onze Taal i.s.m. Stichting Nederlandse Dialecten.
De Tier, V. (2021). Over flipflops, teensletsen en zeesletsen. In: Het grote taalmuseumvakantieboek, pp. 98-99.
De Tier, V. (2023). ‘Pas mar op dat joen buuk nie e versjchoepert’. In: Diejalektgazette Bachtn de Kuupe, jg. 18, nr. 3, pp. 7-9.
Pauwels, J., (1932). “De Hark in de Zuidnederlandsche Dialecten”, Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie en Dialectologie 6(1), 153–166. doi: https://doi.org/10.21825/hctd.87736
Sijs, N. van der (2011). Dialectatlas van het Nederlands. Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
Swanenberg, J. (2022). Woorden voor een hark in de dialecten van Noord-Brabant: Burgerwetenschap via Facebook anno 2021. In M. van Oostendorp, & S. Wolff (Eds.), Het Dialectendoeboek: De schatkamer van 90 jaar Meertens Instituut, 152-156. Sterck en De Vreese.
Mei/juninummer: Onkruid
Bronnen en meer lezen
Database van de Zuidelijk-Nederlandse dialecten: onkruid, distel, brandnetel, paardenbloem, regenworm, mier, mug, meikever, jeuken. De gegevens zijn per dialectgebied ook te vinden op de websites van de drie regionale woordenboeken van de Limburgse (e-wld.nl), Brabantse (e-wbd.nl) en Vlaamse (e-wvd.be) dialecten.
De woordenbanken waarin Nederlandse en Belgische lokale en regionale woordenboeken zijn samengebracht: woordenbank.be en ewnd.ivdnt.org.
Herkomst van de woorden voor onkruid en ongedierte: etymologiebank.nl.
Kaarten op de kaartenbank van het Meertens Instituut: onkruid, ongedierte, distel, paardenbloem, …
Mijnwoordenboek.nl: dialectwoorden voor onkruid, paardenbloem, …
Vragenlijstenbank Meertens Instituut: vragen over onkruid
Blog Instituut voor de Nederlandse Taal: Uit de streek: bisbabel, herderstasje, meuzie, zeikdempel, spinhoer.
Benamingen voor onkruid, enz. op dialectloket.be: onkruid, ongedierte, hooiwagen, wilde planten; regenworm, …
Blog op taalverhalen.be: mieremet, mulder, …
Naslagwerken
Blancquaert, E. ( 1929), De Nederlandsche dialectnamen van de spin, den ragebol en het spinneweb. In: Handelingen van de Commissie voor Toponymie & Dialectologie 3. blz. 209-228 (met 3 kaarten)
Blancquaert, E. en Pée, W. (en hun studenten) ( 1933), De Nederlandsche dialectnamen van de spin, den ragebol en het spinneweb. In: Handelingen van de Koninklijke Commissie voor Toponymie & Dialectologie 7. blz. 329-43 1 (met 3 kaarten).
De Caluwe, J, V. De Tier, A.S. Ghyselen & R. Vandenberghe (2021), Atlas van het dialect in Vlaanderen. Lannoo.
De Tier, V. e.a (2021) Wie zegt wat waar. Regionale taal in Nederland en Vlaanderen. Onze Taal i.s.m. Stichting Nederlandse Dialecten.
Sijs, N. van der (2011), Dialectatlas van het Nederlands. Uitgeverij Bert Bakker Amsterdam.
Stroop, J. (1982), ‘Twee gevallen van woordverandering’. In De Nieuwe Taalgids, blz. 135-140.
Van Keymeulen, J. (1996). ‘De benamingen voor de wesp in de Vlaamse dialecten’. In: WVD-Contact, Universiteit Gent – Vakgroep Nederlandse Taalkunde, blz. 22-25.
Van Keymeulen, J. (2007). ‘De benamingen voor de spin in de zuidelijk-Nederlandse dialecten’. In: Van Mensen en Dingen, V, 3-7, p. 175-182.
Maart/aprilnummer: Jullie
De kaart is gebaseerd op informatie uit de Morfologische Atlas van de Nederlandse Dialecten (MAND).
Kaarten op de kaartenbank van het Meertens Instituut: jullie, …
Naslagwerken
In de reeks Taal in stad en land te vinden op dbnl en op dialectloket.be, vind je in elk boekje een hoofdstuk over voornaamwoorden.
Januari/februarinummer: Knikkernamen
Database van de Zuidelijk-Nederlandse dialecten: knikker, knikkerkuiltje, knikkeren, … (de gegevens zijn per dialectgebied ook te vinden op de websites van de drie regionale woordenboeken van de Limburgse (e-wld.nl), Brabantse (e-wbd.nl) en Vlaamse (e-wvd.be) dialecten).
De woordenbanken waarin Nederlandse en Belgische lokale en regionale woordenboeken zijn samengebracht: woordenbank.be en ewnd.ivdnt.org.
Herkomst van de woorden voor knikker, …: Etymologiebank.nl
Kaarten op de kaartenbank van het Meertens Instituut: knikker, knikkerkuiltje, knikkeren, …
Mijnwoordenboek.nl: dialectwoorden voor knikker, knikkeren
Vragenlijstenbank Meertens Instituut: vragen over knikker
Kaart knikker: https://www.dialectloket.be/beeld/taalkaarten/kinderspelen/
Het Zeeuwse murpel: https://www.zeeuwseankers.nl/verhaal/het-zeeuwse-murpel-en-varianten
Blog van Milfje: http://milfje.blogspot.com/2019/04/hoe-noem-jij-knikkers.html
Over de herkomst van het Limburgse huif, ief
Blog Meertens Instituut: https://meertens.knaw.nl/2017/04/06/vraag-van-april-2017-waarom-is-knikkeren-voor-taalkundigen-interessant/
Betekenis van stront aan de knikker: https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/uitdrukkingen/stront-aan-de-knikker
Woorden voor het knikkerkuiltje: https://ivdnt.org/actueel/woorden-van-de-week/uit-de-streek/merbelkute/
Naslagwerken
Coupé, G., Van Hout, R., Van Langendonck, W., & Weijnen, A. Angelus. (2004). Woordenboek van de Brabantse dialecten. 3: Algemene woordenschat. Sectie 3: Het gemeenschapsleven. 2: Feest en vermaak. Assen: Koninklijke Van Gorcum.
De Caluwe, J., V. De Tier, A.-S. Ghyselen, R. Vandenberghe (2021). Atlas van het dialect in Vlaanderen. Tielt: Uitg. Lannoo N.V.
De Cock, A. & I. Teirlinck (1902) Kinderspel en kinderlust in Zuid-Nederland. Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde. Gent A. Siffer
De Pauw, T., Lefebvre, M., & Van Keymeulen, J. (2008). Woordenboek van de Vlaamse Dialecten, Algemene woordenschat, Aflevering 6: School en kinderspelen. Gent: Academia Press
De Tier, V. (Ed.). (2005). Koekoek Schietebroek. Kinderspelen in Zeeland. Biervliet: Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek.
De Tier, V., Keulen, R., & Swanenberg, J. (Eds.). (2007). Het dialectenboek 9: dialect in het spel. Stichting Nederlandse Dialecten.
Gaspar, R. (1934). ‘Onze jongensspelen in West-Brabant’, in: Eigen volk. Algemeen Folkloristisch en Dialectisch Maandschrijft voor Groot Nederland. Jg. 6, p. 21-27
Keulen, R. (2008). Woordenboek van de Limburgse dialecten. 3: Algemene woordenschat. Sectie 3: Het gemeenschapsleven. 2: Feest en vermaak.