De middelste zin
Met iedere zin is wel iets bijzonders aan de hand, stelt Peter-Arno Coppen. Om dat te bewijzen ontleedt hij telkens de middelste zin uit een bekende roman. Maar hoe vindt hij die middelste zin?
Peter-Arno CoppenHoe bepaal je de middelste zin van een boek? Daar kun je verschillende ideeën over hebben, afhankelijk van wat je vindt dat een middelste zin is. Je zou kunnen zeggen dat je alle zinnen van het boek op een rijtje moet zetten, en dan neem je het middelste element van dat rijtje. Maar dan loop je tegen allerlei problemen aan. Want wat is een zin? Iets dat begint met een hoofdletter en afgesloten wordt door een punt, vraagteken of uitroepteken (of beletselteken)? Maar hoeveel zinnen heb je dan als er bijvoorbeeld staat:
‘Als het zo moet’, zei hij, ‘heb ik er genoeg van. Ik ga.’
Je zou het punt kunnen maken dat hier sprake is van twee zinnen (er staan twee punten), maar drie is ook verdedigbaar (“zei hij” is misschien een aparte zin). Of je zegt dat het één zin is, namelijk “zei hij” met als lijdend voorwerp het hele citaat.
Los van die theoretische moeilijkheid is er ook een praktisch bezwaar aan deze methode: je zou alle zinnen van het boek apart moeten bepalen, op een rijtje zetten, en dan gaan tellen. Dat zou je met de hand moeilijk kunnen doen, en zelfs met een computer wordt het lastig, omdat die dan automatisch die theoretische problemen zou moeten oplossen. Dat is dus niet te doen.
Een globalere methode is om de middelste zin op de middelste pagina te nemen. Dat is beter te doen, al levert dat per uitgave mogelijk een andere zin op (door illustraties of andere lay-out kan een andere pagina de middelste pagina worden). Voor de rubriek ‘De middelste zin’ maakt dat niet zo veel uit: het gaat erom dat je per uitgave een ondubbelzinnige methode hebt. En de middelste zin is altijd wel een zin waar iets grammaticaals over op te merken is.
Als je de middelste zin wilt controleren volgens de methode die ik gebruikt heb, dan is hier het stappenplan:
- Bepaal het nummer van de pagina waarop de eerste zin begint, en het nummer van de pagina waarop de laatste zin eindigt.
- Trek het eerste nummer van het laatste af, en tel er 1 bij op (omdat de eerste pagina ook meetelt). Nu heb je het ‘netto’ aantal pagina’s van het boek.
- Als het netto aantal pagina’s even is, dan begint de middelste zin zich op de grens van de twee middelste pagina’s. Ga dan door met stap 8.
- Als het netto aantal pagina’s oneven is, dan is er een middelste pagina. Neem de helft van het netto aantal (naar beneden afgerond) en tel dat op bij de eerste pagina.
- Neem van de middelste pagina de middelste tekstregel (regel met tekst, dus witregels tellen niet mee). Als het aantal tekstregels even is, bevindt de middelste zin zich op de grens van de twee middelste regels. Ga door met stap 7.
- Als het aantal tekstregels op de middelste pagina oneven is, dan is de middelste regel het aantal tekstregels gedeeld door 2, en daar 1 bij opgeteld. De middelste zin is dan de zin die het grootste deel van die regel inneemt. Als er twee zinnen zijn die precies even veel ruimte innemen, neem dan de zin die begint op de middelste tekstregel.
- Als het aantal tekstregels even is, neem dan de zin die op de grens van de twee middelste regels staat. Als er toevallig een zin net in het midden eindigt, neem dan de zin die op de tweede regel begint.
- Als het aantal pagina’s even is, deel dat aantal dan door 2 en tel het op bij de eerste pagina en trek er 1 van af. De middelste zin staat op de grens van deze pagina en de volgende. Als er toevallig net een zin eindigt op deze pagina, neem dan de zin die begint op de volgende pagina.
Met deze methode kom je bij het hanteren van dezelfde uitgave altijd bij dezelfde zin uit.
De middelste zin uit De avonden van Gerard Reve
Voor de eerste aflevering van de rubriek ‘De middelste zin’ (Onze Taal januari/februari 2024) gebruikte ik de uitgave van het Verzameld Werk uit 1998. De eerste zin van de roman De avonden staat daar op pagina 61, terwijl de laatste zin op pagina 317 staat. Het boek heeft dus (317 - 61) + 1 = 257 pagina’s netto. Dat betekent dat pagina (61 + (257 / 2)) = 189 de middelste pagina is. Op die pagina staan 34 tekstregels. De middelste zin staat dus tussen regel 17 en 18. Dat is precies waar het woord voordat afgebroken wordt tot voor- en dat. De zin die daarbij hoort, is: “Het stikt wel, voordat het vuur zo ver is.”
De middelste zin uit Gezinsverpakking van De Chabotten
De middelste zin in de tweede aflevering (Onze Taal maart/april 2024) komt uit het Boekenweekgeschenk. Het voordeel van een Boekenweekgeschenk is dat iedereen dezelfde uitvoering bezit. Dat betekent dat de middelste zin voor iedereen dezelfde is.
De eerste zin van de tekst staat op pagina 7, en de laatste op pagina 93. Het netto aantal pagina’s is dus (93 – 7) + 1 = 87 pagina’s, een oneven aantal. Dus er is een middelste pagina, namelijk pagina (7 + (87 / 2)) = 50. Die pagina is de eerste van het hoofdstuk ‘Lieve Chaos’, door Maurits Chabot. Op die pagina staan (afgezien van de titel en de auteursnaam) 22 tekstregels. De middelste zin bevindt zich dus op de grens tussen regel 11 en 12. Omdat op regel 11 een zin eindigt, nemen we de zin die op regel 12 begint. Dat is de zin: "Onze woning bestaat niet zozeer uit kamers, maar uit voetpaden."