Sinterklaasavond. Al maanden van tevoren hik ik ertegen aan, want ik heb een gruwelijke hekel aan gedichten schrijven. “Maar je kunt het zo goed!”, roepen mijn gezinsleden. “Ja, omdat ik er wél mijn best op doe!”, schreeuw ik dan terug. “Nee, dan jullie, met je ‘Retterdetetter, hier heb je een chocoladeletter!’”
Ik kan het niet aanzien als het metrum niet klopt. Daarom doe ik erg mijn best op elk kwatrijn. Dat kost veel tijd. En ik krijg er hoofdpijn van. “Hij dacht: ik moet hier weg, die stomme klotekrant / wat is dat voor een kutberoep, dit is toch echt geen leven / moet dit nog jaren door, dacht hij met angst en beven / heeft ’t noodlot dan niets beters bij de hand?” Of ik verzin iets lolligs, bijvoorbeeld bij een staafmixer voor mijn dochter: “Tevreden keek Sint voor zich uit / en dacht aan zijn perfecte bruid / een vrouw als een tot slaaf gemaakte / die kookt met een tot staaf gemaakte.”
“Hahaha”, joelt mijn gezin dan. “En dat komt zomaar uit je toetsenbord rollen!”
Nee, jongens. Easy reading is damn hard writing. En elk jaar wordt het moeilijker, want je kunt niet eindeloos van Elsschot blijven jatten, of van J.C. Bloem (“Frituur is voor tevredenen of legen / en dan, wat is frituur nog in dit land? / een airfryer ter grootte van een pand / ragout, met wat paneermeeltjes ertegen”).
Dus dit jaar verdom ik het. Ik laat ChatGPT het doen. “Schrijf een gedicht voor Boelie, over een chocoladeletter”, sommeerde ik. Daar kwam hij al: “Lieve Boelie, zit je klaar, heel blij / met een letter groot, van chocola voor jou en mij / de sint weet dat jij dit lekkers verdient / met een hart dat altijd voor anderen warm en liefdevol schijnt.”
Dat slaat nergens op. Het ríjmt niet eens. Maar wat kan mij het schelen? Het is lekker niet míjn schuld, maar die van ChatGPT.
Alsjeblieft!
Deze column uit het stiltenummer (nov/dec 2023) van Onze Taal kreeg je cadeau.