“Je talen vormen je vingerafdruk”
“ChatGPT heeft sneller Nederlands geleerd dan mijn opa”, lacht Mohamed Ouaamari (33) terwijl hij op een terras in Antwerpen van zijn espresso nipt. “Dat soort observaties wil ik zeker delen met de jongeren voor wie we tijdens de Week van het Nederlands gaan optreden.” Van 28 september tot 5 oktober doet hij dat samen met columnist en presentator Cesar Majorana, ook op het afsluitende Taalfeest, dat de lage landen, VRT en Onze Taal organiseren in de Antwerpse Singel.
Ouaamari werd in Vlaanderen bekend met zijn kritische, geestige columns in De Morgen en dito non-fictiedebuut Groetjes uit Vlaanderen (2020), over zijn jeugd in tijden van extreemrechts succes en Syriëstrijders. Nu wil hij met evenveel humor het thema van de taalweek belichamen: ‘Nieuw in het Nederlands’.
Meertaligheid
“Cesar groeide op bij een Cubaanse moeder die het Nederlands niet machtig was. Ik sprak die taal wel met mijn Marokkaanse moeder – ze emigreerde al op haar derde naar België – maar we mixten het Nederlands met Riffijns. Dat is een variant van de noordelijke Berbertaal Tamazight, pakweg drieduizend jaar oud. Het veel jongere Arabisch, dat ook in Marokko wordt gesproken, is een compleet andere taal, die ik als kind wel leerde in de moskee, maar vooral op latere leeftijd oppikte: bij familie, op reis in Marokko – we gaan zeker een of twee keer per jaar.”
“Hoewel ik het Riffijns beter beheers, noem ik dat niet mijn moedertaal, omdat dat suggereert dat er een hiërarchie in zit. Maar je moet meertaligheid zien als een amalgaam dat je individuele vingerafdruk vormt.”
Waarom pas jij in de rol van ambassadeur van het Nederlands?
“Goh, ik heb gewoon altijd iets enthousiasts over taal te zeggen, denk ik. Het gaat mij erom jongeren een frisse blik te geven zodat ze denken: aha, taal is zoveel meer dan wat mijn leerkracht erover zegt; ik kan er ook mee spelen en dichterbij komen. Ikzelf woon, werk, lees en schrijf in het Nederlands en je kunt er allemaal mooie gezegdes in vormen. Stel dat mijn vrouw zou klagen dat ze te dik is, dan zou ik dat ontkennen met: ‘Och, ik gooi een brood naar jou en het komt gesneden terug.’ Of als ik iemand lomp vind, zeg ik: ‘Steek zijn brein in de kop van een vogel en hij vliegt achteruit.’”
Het dwaallicht
De bron van Ouaamari’s liefde voor taal en het geschreven woord is zijn pittige jeugd: zijn moeder moest vluchten uit een giftig huwelijk en met twee jonge kinderen de eindjes aan elkaar knopen. “Maar ze bespaarde nooit op schoolmateriaal – leren was heilig, net als lezen. Ze was zelf opgegroeid met boeken en gaf die liefde automatisch door. We hadden geen tv en op straat spelen was te gevaarlijk, dus lezen werd al snel mijn tijdverdrijf en mijn vlucht in fantasie.”
Vanaf de derde middelbare school volgde je wel de technische richting chemie?
“Dat gaf de meeste werkzekerheid met de haven vlakbij. Ik miste daardoor veel literatuuronderwijs, maar ik vond het leuk en leerzaam dat we toegepaste lessen kregen. Dingen als: hoe schrijf ik een sterke sollicitatiebrief of mail? Het was uiteindelijk misschien goed dat ik geen boeken kreeg opgelegd; dat had mijn liefde kunnen fnuiken.”
Je stippelt graag zelf je pad uit?
“Spelen met taal, opstellen schrijven, spreekbeurten geven: ik vond het altijd fantastisch, maar zodra het gevoel eruit verdween en er alleen regels overbleven, haakte ik af. De d/t-regels snapte ik pas écht tegen mijn 21ste omdat ze zo omslachtig uitgelegd werden. ‘Ik drink nooit thee, jij drinkt altijd thee.’ Terwijl ik dacht: maar jawel, ik drink juist veel thee!” Ouaamari lacht om de herinnering. “Taalonderwijs moet toch inspirerender en liefdevoller kunnen dan dat?”
Welke schrijvers brengen jou die inspiratie vandaag de dag wel?
“Laatst leefde ik keihard mee met het tragikomische Bier in de snookerclub van Waguih Ghali, over een koptische jongeman in de nasleep van de staatsgreep in Egypte in 1952. Ik hou ook van het werk van Ghali’s landgenoot Albert Cossery. Maar mijn oerschrijver is Willem Elsschot, zeker in Het dwaallicht.”
Hij scrolt even op zijn smartphone en citeert: “‘Zo ben ik dan eindelijk de baan eens op met mensen die volkomen verschillen van de volksgenoten met wie ik gedoemd ben al mijn dagen te slijten, althans met mensen van een andere kleur, die anders lopen, anders groeten en lachen, misschien ook anders haten en beminnen, die in ieder geval van onze beroemdste medeburgers nooit hebben gehoord en voor wie onze vorsten en heiligen absoluut niet in tel zijn, dus zeer waarschijnlijk mensen naar mijn hart.’ Zo helder, zo’n mooi tempo, zoveel wijsheid en ironie! Bovendien hangt Elsschot de vrolijke frans uit te midden van oorlogen. Zo sta ik zelf ook in het leven. Ik lees en zie zo veel dat ik het kapot moet relativeren, of ik beland in een depressie.”
Jiujitsu
Voor iemand die onafgebroken praat, zich zelfs excuseert voor zijn “geratel”, is Ouaamari op papier opvallend gehecht aan de minder-is-meer-filosofie. Die paste hij bijvoorbeeld toe in Gesloten wegens omstandigheden, zijn debuutroman uit 2023 over de Belgisch-Marokkaanse truckchauffeur Hakim die in een existentiële crisis belandt. Aanvankelijk was dat een kafkaësk verhaal over een koppel dat verdwaalt in het Marokkaanse consulaat. Later heeft hij het Kafka-sfeertje teruggebracht tot één hoofdstuk. “Anders was het te ingewikkeld geworden en had het publiek te hard moeten werken. Als schrijvers dat wel verlangen van hun lezer, vind ik dat bijna onverantwoord. Dan lezen mensen eindelijk eens een boek en moeten ze na tien pagina’s opgeven ... Ik wil dat ze zich amuseren.”
Kafka op het consulaatEen bezoek aan het Marokkaanse consulaat was als meedoen aan een escaperoom, waarin je alle opdrachten op precieze wijze moest uitvoeren om opnieuw buiten te raken. Vul formulier A in, ga naar loket B om het addendum aan te vragen, haal een stempel bij departement C, laat formulier A valideren door ambtenaar D, lever uw formulier A en addendum in bij loket F, ga terug naar ambtenaar D want hij heeft formulier E niet afgeleverd dat nodig is om formulier A en het addendum te kunnen inleveren bij loket F, ambtenaar D is al naar huis, kom morgen terug en begin opnieuw want formulier A is enkel vandaag geldig. (Uit: Gesloten wegens omstandigheden, 2023) |
Voor bluf of romantiek past Ouaamari. Hij bekent eerlijk zijn ongelooflijke frustratie over de kloof tussen wat hij al kan en wat hij nog wil: “Ik heb nog veel te leren, met name over de psychologische uitdieping van personages. Er gingen heel veel versies van mijn roman heen en weer tussen de redacteuren en mij. Dan vonden ze Hakim nog te veel van bordkarton en drongen ze erop aan dat ik lezers zijn boosheid moest laten vóélen in plaats van die te benóémen. Hield ik van mijn tienduizend woorden er amper vijfhonderd over.”
Show, don’t tell?
“Het is een open deur, maar ik weet nog altijd niet hoe ik dat precies kan toepassen. Gewoon oefenen, zeker? Dat is de enige tip die ik aan beginners geef. Voor Groetjes uit Vlaanderen had ik al een stuk of 200.000 woorden geblogd, samen goed voor drie, vier boeken, en ik had een pak columns geschreven.”
Waarom ben je met dat laatste gestopt?
“Omdat je, om relevante columns te blijven brengen, het conflict moet opzoeken of met de vinger moet. Dat past niet bij mij; ik ben “In het hele debat over ‘woke’ stoor ik geen ‘tafelklopper’, ik masseer de me vooral aan de hypocrisie van dingen weg. Het is zoals jiujitsu: je moet geduldig zijn en de kracht van de ander in je voordeel gebruiken.”
Geboeid op mijn knieën dacht ik: dit is toch niet door die tweet? Maar wel dus.
Dogmatisch is grappig
Meer nog dan met zijn gesmaakte boeken haalde Ouaamari de spotlights met een tweet. Het was 2015, hij woonde een netwerkevent bij. “Om mijn ongemak daar weg te grappen, postte ik: ‘Iemand netwerktips? Luid ‘Allah u akbar’ roepen is geen goede ijsbreker zeker?’ Toen iemand me aanspoorde om het toch te proberen, reageerde ik met iets als: ja, en dan massahysterie veroorzaken, of wat?”
“Ik vond het onbegrijpelijk meta dat de politie daarna daadwerkelijk binnenviel, de zaal ontruimde en het event afgelastte. Geboeid op mijn knieën en na de eerste shock dacht ik: dit is toch niet door die tweet? Maar wel dus. Van alles wat ik al geschreven heb, brengt net dit zoveel teweeg – hoe lullig!
Ben je sindsdien beduchter voor de kracht van woorden?
“Nee, de vrijheid van meningsuiting is een van de grootste gunsten die je kunt hebben, want op veel plekken in de wereld heb je die niet. Kort na de mediarel – kranten kopten in het begin zelfs ‘Bloedbad in Antwerpen vermeden’ – vond mijn schoonvader bijvoorbeeld dat ik meer voor mezelf moest houden, maar na mijn nachtje in de cel tweette ik gelijk verder: ‘Mijn vrouw laat mij nog geen dag alleen of ik zat al bijna in Guantanamo.’ De grappen laat ik me niet afpakken.”
Het zijn wel hoogsensitieve tijden.
“In het hele debat over ‘woke’ stoor ik me vooral aan de hypocrisie van extreemrechts, dat vindt ‘dat ze niks meer mogen zeggen’, maar wel als eerste opteren voor kliklijnen als leerkrachten een mening verkondigen die hun niet zint. Over het linkse activisme wil ik niet te neerbuigend doen omdat het vaak gaat om mensen die vanuit de marge terugvechten, maar ook daar moet men weerbaar zijn, vind ik. Nee, het is niet leuk om belachelijk te worden gemaakt, maar zolang er geen haat of iets strafbaars mee gemoeid is, moeten we ook díé vrijheid van meningsuiting respecteren.”
Wat met het woord van God? Je bent zelf praktiserend moslim.
“Iedereen moet doen wat-ie niet laten kan, maar ik zou niet weten waarom ik om mijn geloof zou lachen. Dat is alsof ik mijn eigen moeder zou beschimpen. Een ander verhaal wordt het als het gaat om de ménsen die dat geloof aanhangen. Die nemen zichzelf soms zo serieus dat hun felle reacties nog ‘funnyer’ zijn dan de grap zelf.”
Moeder opeten
Ook Larry David, van de cultserie Curb Your Enthusiasm, en andere comedians hebben de jonge Ouaamari gevormd. “Onlangs ging ik nog eens naar een compilatieshow van de fantastische Najib Amhali en merkte ik dat ik onbewust een grap van hem had overgenomen in mijn dagelijks leven. Amhali vertelde hoe hij bij zijn nieuwe vriendin thuis ging eten en de kat op schoot kreeg. Maar hij had schrik, dus hij had die kat ‘weggeaaid’. Ja!, dacht ik, dat is precies wat ik doe als mijn vrouw bij mij komt liggen als ik net wil opstaan. Dan aai ik haar weg. Dat woord past zo hard bij mijn karakter: mijn ware gelaat niet tonen, maar net assertief genoeg zijn om iets gedaan te krijgen.”
Wat als je toch boos wordt? Ze zeggen soms dat de taal waarin je vloekt je natuurlijkste taal is.
“Dan is dat bij mij het Riffijns, want Nederlands is zoveel beleefder en minder krachtig. Mijn stiefvader kreeg eens, toen hij nog niet zo goed Nederlands begreep, smeerlap naar zijn hoofd geslingerd. Hij kwam thuis met het idee dat hij een compliment had gekregen.”
“Riffijnen gebruiken veel hardere vervloekingen, zoals ‘Gij gaat uw moeder opeten.’ Misschien werd hun taal zo fel doordat ze als bergvolk eeuwenlang in erg brute omstandigheden leefden, geïsoleerd van de rest? Het Riffijns heeft ook moeten vechten, want die taal mocht lange tijd niet onderwezen worden van het Arabisch-sprekende regime.”
Dat is nu veranderd?
“Ja, maar het grappige is dat het Tamazight-schrift – voordien was het enkel een gesproken taal – zo artificieel is dat bijna niemand het kan lezen, ook ik niet. Mijn vrouw verdiept zich er wel in. Als historica heeft ze veel contact met de beweging die het Riffijns wil consolideren – en maar goed ook, want kinderen hier begrijpen het niet meer en vergeten dus waar ze vandaan komen. Of ze missen geweldige gezegdes als: ‘Je moet niet met tien op een ezel zitten’, wat betekent dat je het niet onnodig moeilijk moet maken. Zei ik al dat ik dat belangrijk vind?”
Mohamed Ouaamari
Mohamed Ouaamari (Antwerpen, 1991) verwierf bekendheid met zijn columns voor de Vlaamse krant De Morgen. In het boek Groetjes uit Vlaanderen (2020) stelt hij zich de vraag wat een Vlaming is, en of hij zichzelf zo mag noemen. Vorig jaar verscheen zijn eerste roman, Gesloten wegens omstandigheden.
Ambassadeurs Week van het Nederlands
Samen met columnist-presentator Cesar Majorana (l.) is Mohamed Ouaamari ambassadeur van de Week van het Nederlands, die plaatsvindt van 28 september tot en met 5 oktober. Samen zijn ze ook aanwezig op het Taalfeest in Antwerpen, dat op de laatste dag van de week plaatsvindt en georganiseerd wordt door de lage landen, VRT en Onze Taal. Daar onder meer ook: Wouter Deprez, Katinka Polderman en Maud Vanhauwaert.
Zie: Taalfeest.be en Weekvanhetnederlands.org.
Alsjeblieft!
Dit artikel uit het september/oktobernummer (2024) van Onze Taal kreeg je cadeau.